Interactievaardigheden

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1,2

LE 2 Gezond en schoon BBL

Interactievaardigheden 2023/2024

Bronnen

Angerenstein:

Communicatie met kinderen, ouders en collega’s

H5 Basale interactievaardigheden

H6 Educatieve interactievaardigheden

Lesdoelen

Je kunt aan het einde van de les het verschil benoemen tussen jongens- en meisjesgedrag​

​

Je hebt kennis van het belang van de interactievaardigheden​

​

Je kunt de inhoud van de drie basale- en globaal de inhoud van de drie educatieve interactievaardigheden benoemen​

Jongens- versus meisjesgedrag

Meisjesgedrag​

Meisjes zijn over het algemeen rustig en meer gericht op taal. ​

​

Voor meisjes gelden de volgende richtlijnen:​

1. Praat met meisjes en leg hen dingen uit.​
2. Zorg voor materialen waarmee ze hun fijne motoriek kunnen ontwikkelen.​
3. Meisjes kunnen zich goed langere tijd concentreren, dus speel een spelletje.​
4. Laat meisjes hun verhaal vertellen. Luister naar ze.​
5. Meisjes ondernemen graag iets samen met anderen, zorg voor groepsactiviteiten.​
6. Bedenk dat meisjes soms lang kunnen twijfelen voor ze iets gaan doen.

Jongensgedrag

• Jongens houden van rennen, klimmen en stoeien. 
• Ze hebben vrijheid en ruimte nodig om zichzelf te ontwikkelen. 
• Ze willen worden uitgedaagd en geprikkeld.
• Wanneer je werkt met jongens, houdt dan het volgende in je achterhoofd:

1. Geef jongens de ruimte om te bewegen. 
2. Zorg voor klim- en renspelletjes.
3. Geef jongens de vrijheid om dingen te ontdekken.
4. Zorg ervoor dat er genoeg materialen zijn die jongens kunnen uitproberen.
5. Leg niet te veel uit, maar laat het jongens zien of doe het voor.
6. Bedenk dat jongens eerst doen en dan denken.
7. Weet dat jongens snel afgeleid zijn.
8. Wees niet te snel bezorgd. Jongens nemen graag risico’s.

Interactievaardigheden

Wat zijn interactievaardigheden?

1. Vaardigheden die kinderen moeten beheersen voordat ze naar de basisschool gaan
2. Toetsen die kinderen moeten maken om zo hun niveau te kunnen bepalen
3. Vaardigheden die mensen gebruiken in de omgang met elkaar
4. Het goede antwoord staat er niet tussen

00:00

In welke mate houd ik rekening met de autonomie van de kinderen uit mijn groep?

Weinig, licht je antwoord mondeling toe in de klas.

Geregeld, licht je antwoord mondeling toe in de klas.

Veel, licht je antwoord mondeling toe in de klas.

Wat is het evenwicht tussen respect voor de autonomie van het kind en het beschermen van het kind?
Wanneer mag een kind bijv. een boom in klimmen en wanneer niet? Bekijk deze vraag vanuit je professionele rol.

Waar liggen kansen om de kinderen op jouw werkplek meer keuzes te geven?

Structureren en grenzen stellen ;)

Educatieve interactievaardigheden

Deze interactievaardigheden worden in een latere leereenheid nog uitgebreid behandeld.

4. Praten en uitleggen

5. Ontwikkelingsstimulering
6. Begeleiden van interacties

welke interactievaardigheden zie je hier? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. autonomie
2. leiding en structuur
3. stimuleren van de ontwikkeling
4. begeleiden van onderlinge interacties

Individuele opdracht 

Wat: Lees de volgende twee casussen die zo in beeld komen. Welke interactievaardigheid denk jij dat hier in deze situatie van toepassing is?            

Hoe: Geef je antwoord in de lessonup app!

Tijd:  5 minuten                                                                                                                      Hulp: Medestudenten/ aantekeningen / boek                                       
Resultaat: Klassikaal bespreken
Klaar: Evalueren samenwerking en de lesdoelen              

Groep 1: Meijs,Quinty, Kyara

Groep 2: Yara, Amy, Petra

Groep 3: Sanne, Nina, Lisa 

Groep 4: Jennifer, Marsha, Femke

"een baby ligt lekker te spelen en heeft geen oog voor wat er om hem heen gebeurt"

"Een baby die huilt en de pm-er pakt het kind op en begint het kind te troosten".

Soof vindt het lastig om zich aan de gemaakte weekplanning te houden op school. Ze raakt snel afgeleid en weet dan niet meer wat ze moet doen.

Hoe ging het je af?

Zijn de doelen behaald?

Je kunt aan het einde van de les het verschil benoemen tussen jongens- en meisjesgedrag​

​

Je hebt kennis van het belang van de interactievaardigheden​

​

Je kunt de inhoud van de drie basale- en globaal de inhoud van de drie educatieve interactievaardigheden benoemen​

Wat is het belang van het juist toepassen van de interactievaardigheden in de praktijk bij werken met kinderen?

Schrijf op:
1. Typisch meisjesgedrag
2. Typisch jongensgedrag

Feedback
Dank voor jullie aandacht en tot volgende week!