Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
4Mdgs - 5 feb
4Mdgs - Vrijdag 12 februari
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
4Mdgs - Vrijdag 12 februari
Slide 1 - Diapositive
Deze les:
Herhalingsquiz
Slide 2 - Diapositive
Toets H7
Midden-Oosten
Leren:
Paragraaf 7.1 t/m 7.4
Tijdlijn H7, informatieboek blz. 148 en 149
Begrippenlijst, informatieboek blz. 166 en 167
Personen, informatieboek blz. 167
Lessonup
Werkboek Intro H7 opdr. 1 t/m 3
Werkboek §7.1 opdr. 2, 4, 7, 9, 10 en 11
Werkboek §7.2 opdr. 2, 3, 6, 8 en 10
Werkboek §7.3 opdr. 1 t/m 8
Werkboek §7.4 opdr. 2, 3, 5 t/m 12
Donderdag 25 februari
- 3e uur
Vrijdag 26 februari
- 5e uur
Slide 3 - Diapositive
Sleep de tijdvakken in de juiste volgorde:
20.000 v.C. tot 3000 v.C.
1500 tot 1600
500 tot 1000
1700 tot 1800
1800 - 1900
1600 tot 1700
Regenten en vorsten
Ontdekkers en hervormers
Pruiken en revoluties
Burgers en stoommachines
Jagers en boeren
Monniken en ridders
Slide 4 - Question de remorquage
Hoe heet de overgang van jagers-verzamelaars naar boeren?
A
Landbouwovergang
B
Akkerrevolutie
C
Landbouwrevolutie
D
Akkerovergang
Slide 5 - Quiz
Is dit een afbeelding van vóór of na de landbouwrevolutie?
A
Vóór de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 6 - Quiz
In welk gebied ontstond de landbouwrevolutie?
A
De vruchtbare halvem aan
B
Europa
C
Azie
D
De vruchtbare cirkel
Slide 7 - Quiz
Waarom was Griekenland verdeeld in verschillende poleis?
A
De Grieken voerden veel oorlogen met elkaar.
B
De verschillende poleis spraken andere talen.
C
Het landschap zorgde ervoor dat communicatie lastig was.
D
De Grieken konden dan beter handelen.
Slide 8 - Quiz
Bij welke bestuursvorm is er een klein groepje die de macht heeft?
A
Aristocratie
B
Tirannie
C
Democratie
D
Monarchie
Slide 9 - Quiz
Deze zuil is:
Dorisch
Ionisch
Korintisch
Slide 10 - Question de remorquage
Zeus
Hera
Poseidon
Athene
Aphrodite
Slide 11 - Question de remorquage
Volgens de legende werd Rome gesticht door twee broers. Wie waren dat?
A
Viktor en Rolf
B
Romulus en Remus
C
Asterix en Obelix
D
Romulus en Ceasar
Slide 12 - Quiz
Welk begrip?
"Een rijk dat bestaat uit een oorspronkelijke staat en een verzameling onderworpen staten."
A
Proletariër
B
Princeps
C
Wereldrijk
D
Forum
Slide 13 - Quiz
Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.
Slide 14 - Quiz
Wat is NIET goed over het Romeinse leger?
A
De Romeinse soldaten waren goed getraind.
B
Het Romeinse leger voert tactisch oorlog.
C
De vrouwen van de Romeinse soldaten ging mee.
D
Veroverde volken werden tot slaaf gemaakt.
Slide 15 - Quiz
Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vriend van hem.
Slide 16 - Quiz
Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.
Slide 17 - Quiz
Krijgen bescherming van de heer
Het systeem van heren en horigen op een domein
vaak gemaakt van steen
de eigenaar van een domein
de grond en boerderijen van de heer
het domein
het hofstelsel
Het huis van de heer
de heer
horigen
Maak de goede combinaties
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden
Slide 19 - Quiz
Mannelijke bewoners van kloosters
Het hoofd van de katholieke kerk
Leider van de kerk in een groot gebied
Iedereen met een functie binnen de kerk
Vrouwelijke bewoners van een klooster
De paus
Bisschoppen
Geestelijken
monniken
Nonnen
Slide 20 - Question de remorquage
Wat is een standensamenleving?
A
Een samenleving vol gelijkheid
B
Een samenleving die verdeeld was in drie standen
C
Een samenleving die draaide om het geloof
D
Een samenleving die was verdeeld in twee standen
Slide 21 - Quiz
Welke stand of standen hadden privileges?
A
Boeren
B
Adel en geestelijken
C
Adel
D
Geestelijken
Slide 22 - Quiz
In welke volgorde volgen de standen?
A
Geestelijkheid-adel-boeren
B
Boeren-adel-geestelijkheid
C
Adel-boeren-geestelijkheid
D
Docenten-adel-leerlingen
Slide 23 - Quiz
Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.
Slide 24 - Question de remorquage
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 25 - Quiz
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 26 - Quiz
De groei van het aantal stadsbewoners noemen we:
A
suburbanisatie
B
verdorpeling
C
formele sector
D
verstedelijking
Slide 27 - Quiz
Laatste vraag ....Wat hoort niet bij de grondwetswijziging van 1848?
A
ministeriële verantwoordelijkheid
B
censuskiesrecht
C
Algemeen kiesrecht
D
De koning is onschendbaar
Slide 28 - Quiz
Ministeriële verantwoordelijkheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Ministers zijn verantwoordelijk voor goed bestuur
C
Ministers hebben geen invloed
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning
Slide 29 - Quiz
De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1939 - 1945
D
1940 - 1945
Slide 30 - Quiz
Militarisme
Bondgenoot-schappen
Wapenwedloop
Nationalisme
Slide 31 - Question de remorquage
Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten de Centralen en de Geallieerden tegen elkaar.
Welke landen hoorden toen bij welk bondgenootschap?
Sleep de bondgenoten naar de juiste plek.
Geallieerden
Geallieerden
Geallieerden
Centralen
Centralen
Centralen
Slide 32 - Question de remorquage
➤Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van vroeger naar later.
De oorlog is voorbij:
op 11 november 1918
Kroonprins Frans-Ferdinand wordt vermoord door Gavrilo Princip.
Rusland sluit een wapenstilstand met Duitsland.
De Verenigde Staten gaan meedoen met de oorlog.
De Eerste Wereldoorlog begint.
Slide 33 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
4Mdgs - 12 feb
Février 2021
- Leçon avec
32 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
4Mdgs - 5 feb
Février 2021
- Leçon avec
52 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
1M1 - 11 feb '22
Février 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
1M1 - 2 feb '22
Janvier 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
H 5.3
Avril 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
3.3 les 2
Janvier 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
4Mdgs - 11 jan
Janvier 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Par. 3 Machtige heren, halfvrije boeren
Mai 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3