Oefentoets Gouden Eeuw TL

Oefentoets Gouden Eeuw
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Gouden Eeuw

Slide 1 - Diapositive

Wanneer werd de VOC opgericht?
A
1600
B
1602
C
1621
D
1622

Slide 2 - Quiz

De driehoekshandel ging tussen welke werelddelen?
A
Amerika, Europa en Azie
B
Afrika, Europa en Azie
C
Australie, Afrika en Amerika
D
Europa, Afrika en Amerika

Slide 3 - Quiz

Amsterdam werd een stapelmarkt. Wat is een stapelmarkt?
A
stapelmarkt is dat spullen werden opgeslagen en later pas doorverkocht
B
stapelmarkt is dat amsterdam spullen doorverkocht
C
stapelmarkt is dat er elke dag markt was
D
stapelmarkt is dat er veel textiel was

Slide 4 - Quiz

Wat is een andere naam voor de 17e eeuw?
A
Gouden eeuw
B
Machtige eeuw
C
Steen rijke eeuw
D
Diamanten eeuw

Slide 5 - Quiz

Wie woonden er vooral in de grachtenpanden?
A
De armen mensen
B
De koning had alle grachtenpanden voor hem alleen
C
De rijke mensen
D
De schippers. Als zij weg waren, waren de huizen leeg

Slide 6 - Quiz

Heren, we moeten het vandaag eens worden over de bouw van de nieuwe grachtenpanden. Er zijn veel te weinig huizen voor alle kooplieden die zich in de stad willen vestigen. Heren, hoe gaan we dit aanpakken?
Tijdens welke vergadering is deze uitspraak gedaan?
A
Van de stadhouder met de regenten
B
Van de Staten-Generaal
C
Van de gewestelijke staten van Holland
D
Van de Tweede Kamer

Slide 7 - Quiz

Bekijk de bron:




Welke producten werden er verhandeld met de 'Oostzeevaart'
A
Wapens en textiel
B
Specerijen
C
Graan en hout
D
Slaven, goud en zilver

Slide 8 - Quiz

Wat was geen gewest?
A
Gelre
B
Zeeland
C
Drenthe
D
Holland

Slide 9 - Quiz

Sleep in de juiste chronologische volgorde
WIC opgericht
Cornelis de Houtman naar Indonesië
VOC opgericht
Republiek sluit de Schelde af

Slide 10 - Question de remorquage

Waarom werd juist Amsterdam het centrum van handel?
A
Omdat Rotterdam dat niet wilde zijn
B
Vanwege de ligging tussen noord en zuid
C
Omdat er pakhuizen stonden
D
Omdat er veel mensen met geld woonden

Slide 11 - Quiz

Waar gaven de Nederlanders hun winst aan uit?
A
Grond droogleggen en televisies
B
Koelkasten en scheepvaart
C
Grond droogleggen en schilderijen
D
Mooie herenhuizen en internet

Slide 12 - Quiz

Maak de juiste combinaties
Boek over vrijheid op zee
Microscoop
Sterrenkijker en klok
Nachtwacht
Christiaan Huygens
Antoni van Leeuwenhoek
Rembrandt van Rijn
Hugo de Groot

Slide 13 - Question de remorquage

Hoe noemen we de markt die in Amsterdam ontstond?
A
Amsterdamse markt
B
Stapelmarkt
C
Pakjesmarkt
D
Mediamarkt

Slide 14 - Quiz

Welke conclusie kun je trekken na het zien van de afbeelding?
A
V.O.C. voerde niet alleen handel maar ook oorlog!
B
V.O.C. maakte kanonnen.
C
De V.O.C. was een groot bedrijf.
D
V.O.C. had weinig wapens.

Slide 15 - Quiz

Waar handelde de West-Indische Compagnie in?
A
Specerijen, zijde en rijst
B
Slaven, tabak en suikerriet
C
Televisies, computers en dvd-spelers
D
Slaven, specerijen en tabak

Slide 16 - Quiz

Bekijk bron 1. 
Waar kwamen de producten vandaan? Sleep de goede producten naar de goede kolom.
Republiek
Noord-Europa
Zuid-Europa
Leer
Melk
Graan
Kaas
Wijn
Olie
Boter
Hout
Stoffen

Slide 17 - Question de remorquage

Waarom noemen we de Gouden Eeuw 'goud'?
A
Doordat Nederland erg veel geld verdiende in deze eeuw.
B
In de kunst werd erg veel goud gebruikt.
C
Omdat er veel goud te vinden was in de steden
D
Er werd veel goud gewonnen op de Olympische Spelen

Slide 18 - Quiz

Versleep de kaarten van Amsterdam in de juiste tijdsvolgorde over de groei van Amsterdam ten tijden van de Gouden Eeuw. Links als eerste..........rechts als laatste

Slide 19 - Question de remorquage

Wat is een republiek?
A
Een land met een koning
B
Een land met een keizer
C
Een land met een gekozen staatshoofd
D
Een land met meerdere koningen

Slide 20 - Quiz

VOC
WIC
Specerijen
Slaven
Azie
Afrika en Amerika
West-Indische Compagnie
Verenigde Oost-Indische Compagnie
1602
1621

Slide 21 - Question de remorquage

Waarom werd er tijdens de Gouden Eeuw zoveel geschilderd?
A
Uit verveling
B
Rijke mensen wilden hun huis versieren met schilderijen
C
Daar konden schilders heel rijk mee worden
D
Dat moest van de stadhouder

Slide 22 - Quiz

Welk antwoord past bij de afbeelding?
A
Droogworderij
B
Vattenfall
C
Limburg
D
Droogmakerij

Slide 23 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een droogmakerij?
A
De Beemster
B
Woldendorp
C
Amsterdam Arena
D
Friesland

Slide 24 - Quiz

Hoe noemen we de gezamenlijke vergadering van de gewesten?
A
De Tweede Kamer
B
Staten-Generaal
C
Het Capitool
D
De Rijksdag

Slide 25 - Quiz

Welk water sloten de Nederlanders af om de Spanjaarden in Antwerpen dwars te zitten?
A
De Dollard
B
De Schelde
C
De Rijn
D
De Theems

Slide 26 - Quiz

Welk schilderij is dit?
A
De Prachtwacht
B
De Nachtwacht
C
De Wachtnacht
D
Het Melkmeisje

Slide 27 - Quiz

Wie hadden in de Republiek de belangrijkste baantjes?
A
De rijke vrouwen
B
Regenten
C
Regenjassen
D
De arme mannen

Slide 28 - Quiz

Welke admiraal zien we op de afbeelding?
A
Ronald Koeman
B
Jan Pieterszoon Coen
C
Michiel de Ruyter
D
Maarten Tromp

Slide 29 - Quiz

Heren, er dreigt oorlog met Engeland. De Engelsen bouwen steeds meer oorlogsschepen. De Republiek zal dit jaar minimaal 10 schepen moeten bouwen. Alle gewesten moeten hier aan meebetalen. Waar werd deze uitspraak gedaan?
A
Tweede Kamer
B
Staten-Generaal
C
Vergadering van het gewest Groningen
D
In de stad Amsterdam

Slide 30 - Quiz

Welk antwoord is een specerij?
A
Suiker
B
Katoen
C
Nootmuskaat
D
Koffie

Slide 31 - Quiz

Kies de twee juiste antwoorden.
Amsterdam werd een belangrijke havenstad in de zeventiende eeuw. Waarom lag Amsterdam voor de handel op een goede plek?
A
De stad lag halverwege de handelsroute tussen Noord- en Zuid-Europa.
B
Omdat Amsterdam de hoofdstad van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was.
C
Vanaf Amsterdam kon je per schip over de rivieren naar Duitsland varen.
D
De stad lag halverwege de handelsroute tussen West- en Oost-Europa.

Slide 32 - Quiz

In de onderstaande tekst ontbreken vijf woorden. Welke? 
Kies uit:
In de zeventiende eeuw hadden mensen nog geen […1…] of vrieskist. Het was […2…] om voedsel te bewaren. Door vlees in te […3…] bedierf het minder snel. Maar dat zoute vlees smaakte niet […4…]. Met […5…] kon het toch smaakvol worden klaargemaakt. 
vers
blikken
kopen
makkelijk
moeilijk
koelkast
lekker
kruiden
groente
zouten
vies
vlees

Slide 33 - Question de remorquage

VOC
WIC
Specerijen
Zijde
Suikerriet
Slaven
Tabak
Rijst

Slide 34 - Question de remorquage

Welk antwoord is een specerij?
A
Zout
B
Peper
C
Thee
D
Koffie

Slide 35 - Quiz

Hoe heette Nederland tijdens de periode dat de Gouden Eeuw plaatsvond?
A
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
B
Koninkrijk der Nederlanden
C
De Lage Landen
D
Bourgondische Nederlanden

Slide 36 - Quiz

Waardoor kwamen veel migranten NIET naar de Republiek?
A
Vanwege oorlog
B
Ze kwamen voor werk
C
Vanwege hun geloof
D
Vanwege het weer

Slide 37 - Quiz

Kies het juiste woord.
Specerijen kwamen uit .... .
A
Amerika
B
Indië

Slide 38 - Quiz

Waarom legden de Nederlanders gebieden droog?
A
Zodat er steden gebouwd konden worden
B
Voor extra landbouwgrond en wonen
C
Om nog meer pakhuizen te bouwen
D
Voor het stadion van Ajaks

Slide 39 - Quiz

Waarom werd er tijdens de Gouden Eeuw zoveel geschilderd?
A
Uit verveling
B
Rijke mensen wilden hun huis versieren met schilderijen
C
Daar konden schilders heel rijk mee worden
D
Dat moest van de stadhouder

Slide 40 - Quiz

Bestudeer de bron.
De schepen in de bron zijn van de...
A
V.O.C.
B
W.I.C.

Slide 41 - Quiz

Amsterdam was in de 17e eeuw een belangrijke handelsstad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quiz

Kies het juiste woord.
Om de specerijen goedkoop naar Europa te halen, zocht men een korte route over .... .
A
land
B
zee

Slide 43 - Quiz

Tips
Zet de leerdoelen in de vragende vorm en geef antwoord.
Maak een samenvatting van elke paragraaf.
Doe de lessen op Lessonup nogmaals.
Bekijk de filmpjes in de studiewijzer.

Slide 44 - Diapositive