1 vmbo-bk thema 5.4 Waarnemen en regelen: De ogen

Thema 5 Waarneming en gedrag
5.4 De ogen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 5 Waarneming en gedrag
5.4 De ogen

Slide 1 - Diapositive

wat gaan we vandaag doen?
herhaling 5.3 De ogen
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 5.4 De ogen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Diapositive

Sleep de juiste prikkel naar het juiste zintuig
Het oor
De tong
De huid
Het oog
De Neus
Geluid
Voelen
Geur
Licht
Smaak

Slide 3 - Question de remorquage

Met welk nummer wordt het trommelvlies aangegeven
A
4
B
5
C
7
D
8

Slide 4 - Quiz

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is de juiste volgorde van het geluid door het oor?
A
gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies
B
gehoorbeentjes - trommelvlies - gehoorgang
C
gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes
D
trommelvlies - gehoorgang- gehoorbeentjes

Slide 6 - Quiz

Waar ontstaan in het gehoororgaan de berichten die naar de hersenen worden verstuurd ?
A
gehoorbeentjes
B
trommelholte
C
slakkenhuis
D
gehoorgang

Slide 7 - Quiz

De eenheid van geluidssterkte is
A
Hertz
B
decibel
C
kg
D
liter

Slide 8 - Quiz

De oren

Slide 9 - Diapositive

Belangrijk!!!

De weg die geluid maakt:
oorschelp -> gehoorgang -> trommelvlies -> gehoorbeentjes -> slakkenhuis met gehoorzintuigcellen -> gehoorzenuw

Slide 10 - Diapositive

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de delen van een oog benoemen met hun taak.
- kan je benoemen hoe een bril helpt om beter te zien.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

5.4 De ogen
bescherming van het oog:
- wenkbrauwen: zorgen ervoor dat het zweet niet in je ogen loopt
- oogleden: beschermen de ogen tegen vliegjes en stof
- wimpers: beschermen de ogen tegen vuil en tegen te fel licht

Slide 13 - Diapositive

5.4 De ogen
buitenkant van het oog:
- harde oogvlies: witte gedeelte van de oogbol: beschermt het binnenste van het oog.
- iris/regenboogvlies: gekleurde gedeelte van de oogbol, kan verschillende kleuren hebben
- pupil: opening in de iris: hierdoor dringt het licht het oog binnen
- hoornvlies: ligt over de iris en de pupil heen

Slide 14 - Diapositive

Aan het harde oogvlies zitten oogspieren vast.

De oogspieren draaien de ogen in de richting waar je kijkt.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

De oogbol is voor het grootste gedeelte gevuld met een gelei: het glasachtig lichaam.

Achter de iris en de pupil bevindt zich de lens. De lens zorgt ervoor dat je scherp ziet.

Slide 17 - Diapositive

De wand van het oog bestaat uit 3 lagen:
- harde oogvlies (buitenste laag)
- vaatvlies (bevat veel bloedvaten)
- netvlies (hierin liggen de zintuigcellen)

In de zintuigcellen in het netvlies ontstaan impulsen. Deze impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen.


Slide 18 - Diapositive

In het netvlies, recht tegenover de pupil, ligt de gele vlek. Met de zintuigcellen in de gele vlek kun je het scherpst zien. Als je naar iets kijkt, komen de lichtstralen vooral op de gele vlek.

De plaats in het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat, heet de blinde vlek. In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen.

Slide 19 - Diapositive

5.4 De ogen
Niet iedereen kan goed zien.

Je kan bijziend of verziend zijn.
Als je bijziend bent, kun je alleen dichtbij scherp zijn.
Als je verziend bent, kun je alleen in de verte goed zien.

Slide 20 - Diapositive

5.3 Oren en ogen
Slechtziendheid kan worden gecorrigeerd met een bril of contactlenzen.
Iemand die bijziend is, kan in de verte niet scherp zien. Hij krijgt dan een bril met holle glazen.

Iemand die verziend is, kan dichtbij niet scherp zien. Bij verziendheid krijg je een bril met bolle glazen.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

BELANGRIJK!!!
De weg van het licht:

hoornvlies --> pupil --> lens --> glasachtig lichaam --> netvlies

In de zintuigcellen van het netvlies ontstaan impulsen. De impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen. In de hersenen word je je bewust van wat je ziet.

Slide 24 - Diapositive

VRAGEN??

Slide 25 - Diapositive

zelf aan de slag
5.4 De ogen: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht  1 t/m 6 maken
(vanaf blz. 87)


Slide 26 - Diapositive

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de delen van een oog benoemen met hun taak.
- kan je benoemen hoe een bril helpt om beter te zien.

Slide 27 - Diapositive

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
iris
Harde oogvlies
Glasachtig lichaam

Slide 28 - Question de remorquage