7.4 Veerkracht

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

7.4 Veerkracht

Vandaag:

Lesopstart (5 min) 

Stukje theorie (20 min) 

Oefenopgave (10 min) 

Stukje theorie (10 min) 

Huiswerk maken (30 min)

Afsluiting (5 min) 

Huiswerk bespreken

opdracht 31, 32, 33, 35, 37 en 39

Veerkracht

veerkracht

Vanaf het moment dat de elastiek strak komt te staan oefent de elastiek een kracht uit op de persoon. 

Welke richting gaat die kracht op?

veerkracht

L = originele lengte veer

u = uitrekking 

F = kracht 

L

veerkracht toegepast

Veerconstante

• Hoe groter de kracht, hoe groter de uitrekking. 
• recht evenredig verband
• rechte lijn door de oorsprong 

F = de kracht in newton (N)

C = de veerconstante in newton per meter of centimeter (N/m of N/cm)

u = de uitrekking in centimeter of meter (cm of m)

F=C⋅u

Veerconstante C

Geeft aan hoeveel kracht er nodig is om de veer 1,0 cm of 1,0 m uit te rekken. 

Veerconstante groot = stugge veer

Bereken welk gewicht aan iedere krachtmeter hangt.

huiswerk maken

opdracht: 43, 44, 45, 47, 49, 50, 52, 53, 54