1.2 Wat leer je bij maatschappijleer?

1.2 - Wat leer je bij maatschappijleer?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.2 - Wat leer je bij maatschappijleer?

Slide 1 - Diapositive

Planning voor vandaag
  • Terugblik op 1.1 de maatschappij
  •  Lesdoelen
  •  Korte uitleg over de opdrachten
  •  Werken aan de opdrachten
  •  Opdracht zelf nakijken

Slide 2 - Diapositive

Terugblik
Hier volgt een terugblik naar de vorige paragraaf

Slide 3 - Diapositive

Wat is een ander woord voor maatschappij?
A
Een dorp
B
Een stad
C
Alle mensen in een land
D
Samenleving

Slide 4 - Quiz

Wat is het doel van een gedragsregel?

Slide 5 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een gedragsregel.

Slide 6 - Question ouverte

Wat is het doel van wetten?

Slide 7 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een wet.

Slide 8 - Question ouverte

Welke stelling is juist?

1. Bij maatschappijleer bereid je je voor op deelname aan de samenleving.

2. Maatschappijleer sluit goed aan bij opleidingen in de zorg en bij de politie.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 9 - Quiz

Bij welk van de onderstaande voorbeelden gaat het om een wetsregel?
A
In de bus sta je op voor een zwangere vrouw
B
Bij het concert sluit je achteraan in de rij
C
Je bedankt de leraar na de les
D
Je gaat naar school

Slide 10 - Quiz

Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat waarden en normen zijn.
Je kunt uitleggen wat het begrip Belang inhoud.
Je kunt uitleggen war het begrip Macht betekent.


Slide 11 - Diapositive

Waarden
Waarden: Alles wat iemand belangrijk vindt.
Voorbeelden:
Vrijheid
Familie
Gezondheid 

Tip: een waarde kun je meestal in één woord omschrijven.

Slide 12 - Diapositive

Normen
  • Norm: Regel over hoe jij vindt dat mensen zich moeten gedragen.

  • Normen horen altijd bij een waarde: je vindt iets waardevol, dus het is normaal dat deze regel daarbij hoort.

  • Bij de waarde familie hoort bijvoorbeeld de norm dat je voor je ouders zorgt als ze dat zelf niet meer kunnen.

Slide 13 - Diapositive

  • Bij de waarde respect kan de norm horen dat je mensen niet pest.

  • Sommige normen zijn zo algemeen dat het geschreven regels geworden zijn (wetten).

Slide 14 - Diapositive

Belang

  • Belang: het voordeel dat je ergens van hebt.

  • Voorbeeld: scholieren belang bij goed onderwijs en autobezitters hebben belang bij minder files.

Slide 15 - Diapositive

Belangentegenstelling
  • Belangentegenstelling: Het ene belang botst met het ander.

  • Je wilt geen winkeldiefstal, 
  • maar je wilt ook geen klanten wegjagen met teveel bewakingscamera's.

  • Jullie willen graag korter naar school,
  • Ik wil graag veel werken.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Macht
  • Macht: de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.

  • Hierbij maak je gebruik van machtsmiddelen: middelen waarmee je gedrag van anderen kunt beïnvloeden.
  • De 7 machtsmiddelen zijn: functie/beroep, kennis, aanzien, geweld, aantal, geld en overtuigingskracht.

Slide 18 - Diapositive

Afsluiting
Vragen?
Onduidelijkheden?
Herhalen?

Slide 19 - Diapositive