Maandag 20 december paragraaf 3.5

Welkom
Ga rustig zitten.

Pak alvast je boek, pen en rekenmachine

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga rustig zitten.

Pak alvast je boek, pen en rekenmachine

Slide 1 - Diapositive

6e uur

- examenvragen (laatste kans)
- voorkennis van paragraaf 3.4
- uitleg van paragraaf 3.5
- zelfstandig werken
7e uur

- afmaken paragraaf 3.5
- uitleg rekentrainer H5

(kerstquiz)

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
je kunt aangeven op welke manier je meer kans maakt op werk
je kunt aangeven wanneer er sprake is van discriminatie
je kunt aangeven wat een bedrijf kan doen aangaande werk

Slide 3 - Diapositive

Bereken de procentuele daling van de werkgelegenheid in de reisbranche in 2013 ten opzichte van 2007. Schrijf je berekening op.

Slide 4 - Question ouverte

Het aantal reiswinkels in Nederland neemt snel af. In 2005 waren er nog ruim 2.100, in 2013 zijn er nog maar 1.260 over. Men voorspelt dat er in 2020 nog maar 750 reiswinkels over zullen zijn.

De 1.260 overgebleven reiswinkels verkopen samen nog evenveel reizen als de 2.100 reiswinkels in 2005. Wat is er met de afzet per reiswinkel gebeurd?
A
De afzet per reiswinkel is afgenomen
B
De afzet per reiswinkel is gelijk gebleven
C
De afzet per reiswinkel is toegenomen

Slide 5 - Quiz

Hieronder staan twee beweringen over de maatschappelijke kosten van het vliegverkeer. Geef van elke bewering aan of deze juist of onjuist is.

1 De maatschappelijke kosten van het vliegverkeer komen volledig ten laste van de
consumenten van de vliegmaatschappijen.

2 De maatschappelijke kosten van het vliegverkeer komen volledig ten laste van de
vliegmaatschappijen zelf.

A
1 is juist
B
2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat wordt verstaan onder welvaart?
A
de mate waarin men in de behoeften kan voorzien
B
een hoog bruto-inkomen
C
een hoog netto-inkomen
D
het inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 7 - Quiz

Jan houdt drie weken lang de huishoudelijke uitgaven bij. In deze drie
weken heeft het gezin € 605 aan huishoudelijke uitgaven besteed.

Bereken in twee decimalen deze huishoudelijke uitgaven omgerekend
per maand. Schrijf je berekening op.

Slide 8 - Question ouverte

Bij Hoogconjunctuur heb je
A
meer kans op werk
B
minder kans op werk

Slide 9 - Quiz

Bij hoogconjunctuur zijn de bestedingen:
A
Laag
B
Hoog
C
Matig
D
Slecht

Slide 10 - Quiz

Bij een recessie is het goed dat de overheid gaat investeren.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 11 - Quiz

Bij laagconjunctuur is er sprake van:
A
Frictiewerkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Structurele werkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 12 - Quiz

Meer kans op werk?

Slide 13 - Carte mentale

Kans op werk
Kinderopvang
Deeltijdwerk
Aangepaste werktijden
Scholing
Sollicitatietraining
Bestrijding van discriminatie

Slide 14 - Diapositive

Kinderopvang
Doordat de overheid een gedeelte van de kinderopvang betaald, kunnen er meer mensen aan het werk.

De werkloosheid daalt 

Slide 15 - Diapositive

Flexibele werktijden
wanneer je in je privéleven andere dingen hebt die belangrijk zijn, is het handig dat je je eigen werktijd kan indelen

Deeltijd werken
Flexibel werken

Slide 16 - Diapositive

Scholing
door een goede opleiding te volgen, heb je meer kans op een baan.


Slide 17 - Diapositive

Bestrijding van discriminatie
Door niet te discrimineren, kunnen meer mensen een baan krijgen

werkloosheid daalt

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Lien

Zelfstandig werken
Aan de slag met paragraaf 3.5

Slide 22 - Diapositive