Basisstof 1: Organismen en hun omgeving

Thema 6: Ecologie en milieu
Basisstof 1: Organismen en hun omgeving
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Thema 6: Ecologie en milieu
Basisstof 1: Organismen en hun omgeving

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Begin thema 6
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg basisstof 1
  • Aan het werk!
  • Afsluiting 

Slide 2 - Diapositive

Wat is ecologie?

Slide 3 - Carte mentale

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • De niveaus van ecologie beschrijven;
  • De invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren;
  • In een ecosysteem de voedselrelaties aangeven.

Slide 4 - Diapositive

Ecologie
Ecologie is de studie van organismen en hun relatie met hun milieu (leefomgeving).
Je onderscheid hierbij:
  • Individu (1 organisme van 1 soort)
  • Populatie (meerdere organismen van 1 soort in een bepaald gebied)
  • Levensgemeenschap (meerdere populaties in een bepaald gebied)
  • Biotoop (alle abiotische factoren in een bepaald gebied)
  • Ecosysteem (alle levensgemeenschap + biotoop in een bepaald gebied)

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Biotisch en abiotisch
  • Biotische factoren zijn invloeden uit de levende natuur.
  • Abiotische factoren zijn invloeden uit de levenloze natuur.

Slide 7 - Diapositive

Geef een voorbeeld
van een biotische factor

Slide 8 - Carte mentale

Geef een voorbeeld
van een abiotische factor

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Voedselrelaties
In een ecosysteem komen voedselrelaties voor (wie eet wie).
  • Dit wordt weergegeven in een voedselketen of voedselweb
  • Elk organisme is een schakel
  • Een voedselketen begint altijd met een plant


Slide 11 - Diapositive

Voedselrelaties
  • In een voedselketen of voedselweb staan pijlen.
  • Deze geven een energiestroom weer.
  • De pijl betekent ook wel wordt gegeten door.
  • Bijvoorbeeld: Gras --> konijn --> vos

Slide 12 - Diapositive

Waarom begint een voedselketen altijd met een plant?
A
Planten kunnen energierijke stoffen maken door fotosynthese
B
Planten kunnen niemand anders opeten
C
Planten worden altijd alleen maar gegeten
D
Planten kunnen energierijke stoffen maken door verbranding

Slide 13 - Quiz

Hoeveel schakels staan er in deze voedselketen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quiz

Maak een voedselketen van 5 schakels

Slide 15 - Question ouverte

Piramides
Van een voedselketen kan je een piramide maken.
  • Piramide van biomassa (het gewicht van alle organismen in een schakel)
  • Altijd een piramidevorm.
  • Piramide van aantallen: (hoeveel organismen zijn er per schakel)
  • Niet altijd een piramidevorm.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Accumulatie
  • Planten kunnen bepaalde giftige stoffen niet kwijtraken, maar nemen deze wel op. 
  • Dieren eten de planten en slaan deze stoffen op.
  • De giftige stoffen hopen zich op: accumulatie.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Aan het werk!
Wat: Basisstof 1 van thema 6
Hoe: Fluisteren met je directe buur
Tijd: 15 minuten
Hulp: Raadpleeg je boek/buur of steek je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren, basisstof 2 lezen

Slide 21 - Diapositive