Wat weet je nog? H4.4

Welkom!
- Ga rustig zitten
- Boek en schrift op tafel
- Tas op de grond
- Ga alvast naar lesson up

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom!
- Ga rustig zitten
- Boek en schrift op tafel
- Tas op de grond
- Ga alvast naar lesson up

Slide 1 - Diapositive

Noem 3
maatregelen om de werkloosheid te verlagen?
Bespreek deze met de persoon naast je

Slide 2 - Question ouverte

Planning 1ste les

Slide 3 - Diapositive

Maatregelen verlagen werkloosheid
  1. Lagere belastingen voor bedrijven → meer investeringen bedrijven
  2. Lagere loonbelasting voor werknemers → meer bestedingen consument
  3. Lagere btw-tarieven → meer bestedingen consument
  4. Bijscholing of omscholing van werklozen → grote kans op werk
  5. Verlaging van het minimumloon → bedrijven nemen sneller mensen aan
  6. Innoveren (technologische ontwikkeling) → betere concurrentiepositie bedrijven
  7. arbeidstijdverkorting (Atv) vergroten → omvang baan omlaag = meer personeel kunnen aannemen

Slide 4 - Diapositive

Als de lonen van werknemers stijgen --> meer besteden -->
goed voor de werkgelegenheid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Leg uit wat conjuncturele werkloosheid is.

Slide 6 - Question ouverte

Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 7 - Quiz

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.

Slide 9 - Quiz

Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele

Slide 10 - Quiz

Als de economie beter gaat, gaan consumenten altijd meer besteden.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Planning 1ste les

Slide 12 - Diapositive

Planning 2de les

Slide 13 - Diapositive

noteer 1 pluspunt en 1 minpunt van de les

Slide 14 - Question ouverte