Politieke keuze

Wat ga jij stemmen?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat ga jij stemmen?

Slide 1 - Diapositive

Stelling 1: Abortus 

De vrouw is baas over haar eigen lichaam. Zij mag tot 24 weken bepalen  of ze het kind wil houden of niet. 

Slide 2 - Diapositive

Stelling 2:
De regenboogvlag
De regenboogvlag is geen verbindend symbool. Onze eigen vlag zorgt voor verbinding.

Slide 3 - Diapositive

Stelling 3;
Slavernij verleden

Nederland moet zijn excuses aanbieden voor haar slavernij verleden.

Slide 4 - Diapositive

Stelling 4: bedrijven

Een succesvol bedrijf mag zoveel mogelijk winst behalen.

Slide 5 - Diapositive

Stelling 5: 
dienstplicht


Burgers moeten bijdragen aan het land waar ze wonen. Het is daarom goed dat burgers twee jaar dienstplichtig zijn.


Slide 6 - Diapositive

Stelling 6: Stemrecht

Enkel hoogopgeleide mensen mogen stemmen. Je mag pas stemmen als je weet hoe onze democratie werkt. 

Slide 7 - Diapositive

Stelling 7: Multiculturele samenleving

Buitenlanders moeten zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur. Niet andersom. Het is namelijk belangrijk voor een land dat iedereen dezelfde normen en waarden heeft.

Slide 8 - Diapositive

Stelling 8: Vrouwenquota 
De meeste topfuncties worden gedaan door mannen. Dit moet anders. De overheid moet haar best doen om vrouwen te helpen bij het verkrijgen van een topfunctie. 
Een vrouwenquota van b.v. minimaal 40%  kan hiervoor zorgen.

Slide 9 - Diapositive

Stelling 9:
EU

Nederland moet niet langer onderdeel zijn van de EU. Een nexit is wenselijk.

Slide 10 - Diapositive

Stelling 10: Milieu

Mensen die het milieu vervuilen moeten ook meer belasting betalen.


Slide 11 - Diapositive

Stelling 11: Een eerlijke inkomensverdeling

Mensen die arm zijn moeten (procentueel) minder belasting betalen dan mensen die rijk zijn.

Slide 12 - Diapositive

Stelling 12: Het christendom

Het geloof is achterhaald. Scholen moeten 'neutraal' zijn en mogen niet een geloof uitdragen zoals b.v. het christendom. 

Slide 13 - Diapositive

Stelling 13: 
Huwelijk en gezin

Het huwelijk is tussen een man en een vrouw. Daarnaast is het gezin de hoeksteen van de samenleving. Een kind heeft een moeder en een vader nodig.

Slide 14 - Diapositive

Stelling 14; Klimaat

Nederland moet meer doen aan CO2 reductie. De regering moet meer investeren in 'groene' energie zoals  zon- en windenergie.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

0-13 punten: Je bent sociaal. (links)
Je vindt dat het verschil tussen rijk en arm, vrouw en man en/of autochtoon en allochtoon, niet te groot moet worden en dat de overheid hier regels voor moet verzinnen. Daarnaast moet de overheid regels en wetten maken om de natuur te beschermen. Niemand mag buitengesloten worden en iedereen moet een kans krijgen. Sociale partijen in Nederland zijn de PvdA, SP, PvdD, CU en GroenLinks.

Slide 17 - Diapositive

14-20 punten: Je bent een liberaal
Een liberaal wil een kleine overheid. Een liberaal vindt daarnaast de economie belangrijk. De regering moet niet allemaal regels en wetten opstellen. Bedrijven moeten de vrijheid krijgen. Verder vindt een liberaal dat mensen zelf keuzes moeten kunnen maken. Iemand die hard werkt mag ook veel verdienen. Liberale partijen in Nederland zijn de VVD, JA21 en D66.

Slide 18 - Diapositive

21-28 punten: Je bent conservatief. 
Je vindt tradities, gezin en oude normen en waarden belangrijk. Daarnaast hou je van je eigen land (patriotisme). Iedereen hoort iets voor zijn eigen regio/land te doen. Denk aan b.v. de dienstplicht. Je vindt dat migranten zich moeten aanpassen. Ook vind je het christendom een belangrijk onderdeel  voor de vorming en opvoeding van de mens. Je gelooft niet in maakbaarheid.
Conservatieve partijen in Nederland zijn de FVD, CDA, en SGP.

Slide 19 - Diapositive