Oefentoets Woordenschat H1, H2, H3, H4 3V

3 vwo Woordenschat

Stijlfiguren H.1 t/m H.4

repetitio, opsomming, opsomming in drieën,  climax,  omgekeere climax, drieslag, hyperbool, understatement, litotes, eufemisme, asyndetische vergelijking, homerische vergelijking, synesthesie, pleonasme, tautologie, contaminatie

1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3 vwo Woordenschat

Stijlfiguren H.1 t/m H.4

repetitio, opsomming, opsomming in drieën,  climax,  omgekeere climax, drieslag, hyperbool, understatement, litotes, eufemisme, asyndetische vergelijking, homerische vergelijking, synesthesie, pleonasme, tautologie, contaminatie

Slide 1 - Diapositive

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Hij heeft iets te diep in het glaasje gekeken.
A
eufemisme
B
understatement
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 2 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

"Ik heb nieuwe schoentjes gekocht." zegt de man met schoenmaat 52.
A
eufemisme
B
understatement
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 3 - Quiz

Van welk stijlfiguur is hier sprake:

Plus geeft meer, veel meer.
A
hyperbool
B
understatement
C
contaminatie
D
repetitio/ herhaling

Slide 4 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

De bal rolt goed over het groene gras.
A
tautologie
B
pleonasme
C
understatement
D
eufemisme

Slide 5 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

'Ik heb een klein mazzeltje gehad',
zei de winnaar van de jackpot.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 6 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

"Ik kwam, zag en overwon."
(citaat van Julius Ceasar)
A
eufemisme
B
understatement
C
drieslag
D
climax

Slide 7 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Ik vond de film geweldig, hoewel eigenlijk was het acteerwerk niet zo goed, en de hoofdrolspeler was ronduit slecht.
A
climax
B
understatement
C
hyperbool
D
omgekeerde climax

Slide 8 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Die film is echt om je dood te lachen.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 9 - Quiz

Den Haag heeft besloten dat we tot ons 68e moeten doorwerken.
A
metoniem
B
eufemisme
C
metafoor
D
understatement

Slide 10 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
opsomming

Slide 11 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

De overheid moet de komende jaren afslanken.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
opsomming

Slide 12 - Quiz

De warme klanken van de harp.
A
litotes
B
synesthesie
C
pleonasme
D
personificatie

Slide 13 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

'Een leuk karretje', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 14 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten inslapen.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
contaminatie

Slide 15 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Ik houd van goud, zilver, juwelen en nog veel meer 'bling bling' spullen.
A
omgekeerde climax
B
drieslag
C
opsomming in drieën
D
opsomming

Slide 16 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Voordat je antwoord geeft moet je eerst goed nadenken.
A
eufemisme
B
understatement
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 17 - Quiz

De naam van mevrouw Koudijs is een
A
eufemisme
B
understatement
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 18 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een interieurverzorgster.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
climax

Slide 19 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Mijn vriend is bepaald niet dom.
A
eufemisme
B
litotes
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 20 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

De cijfers zijn straks vast voldoende, goed of uitstekend.
A
eufemisme
B
understatement
C
climax
D
omgekeerde climax

Slide 21 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Ik ga naar de supermarkt om hagelslag, boter, kaas en worst te kopen.
A
opsomming/ enumeratio
B
drieslag
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 22 - Quiz

Dat schilderij heeft schreeuwende kleuren.
A
asyndetische vergelijking
B
litotes
C
synesthesie
D
metafoor

Slide 23 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Ik besef me dat dit best een lastige zin is.
A
eufemisme
B
understatement
C
litotes
D
contaminatie

Slide 24 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Het lijflied van Ajax ('Bloed, zweet en tranen') is een
A
opsomming
B
drieslag
C
climax
D
omgekeerde climax

Slide 25 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Van die hoge wolkenkrabbers waren wij behoorlijk onder de indruk
A
opsomming
B
drieslag
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 26 - Quiz

Het schip van de woestijn.
A
metafoor
B
understatement
C
metoniem
D
asyndetische vergelijking

Slide 27 - Quiz

We dronken melk, bier en cola.
A
asyndetische vergelijking
B
litotes
C
drieslag
D
opsomming in drieën

Slide 28 - Quiz

Willem, een echte angsthaas, ging er snel vandoor.
A
metafoor
B
understatement
C
metoniem
D
asyndetische vergelijking

Slide 29 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Het schip is met man en macht vergaan.
A
opsomming
B
contaminatie
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 30 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Daar komt de directeur; daar zit ik nou niet direct op te wachten.
A
litotes
B
contaminatie
C
tautologie
D
pleonasme

Slide 31 - Quiz

zoals de koelte ‘s nachts langs lelies
en langs rozen
als wit koraal en parels diep in zee
zoals wat schoon is rustig schuilt
maar straalt wanneer ik schouwen wil
zo meen ik dat ook jij bent
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
hyperbool
D
understatement

Slide 32 - Quiz

Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed.
A
asyndetische vergelijking
B
litotes
C
drieslag
D
opsomming in drieën

Slide 33 - Quiz

Zijn hoofd, een biet, sprak boekdelen.
A
asyndetische vergelijking
B
homerische vergelijking
C
hyperbool
D
understatement

Slide 34 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Bij de buren was er vannacht ongewenst bezoek.
A
litotes
B
understatment
C
hyperbool
D
eufemisme

Slide 35 - Quiz

De zon streelt mijn wangen.
A
litotes
B
synesthesie
C
pleonasme
D
personificatie

Slide 36 - Quiz

Hij heeft een gat in zijn hand.
A
metafoor
B
understatement
C
metoniem
D
asyndetische vergelijking

Slide 37 - Quiz

Nederland heeft verloren van Argentinië.
A
metafoor
B
understatement
C
metoniem
D
asyndetische vergelijking

Slide 38 - Quiz