11 september 2020 2 havo

1e uur: 2H2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1e uur: 2H2

Slide 1 - Diapositive

2e uur: 2H1

Slide 2 - Diapositive

3e uur: 2H3

Slide 3 - Diapositive

Les devoirs 







Noteer het hw in je agenda. Daarna ga je leren in stilte.
Faire (maken)
ex. 13cd, 14
In LessonUp: oefeningen met het paarse bolletje (basisstof)
Klaar? blauw = extra oefenen, geel = extra
Apprendre (leren) voor MO:
Vocabulaire B, grammaire C (le présent et le passé composé)
Goed doornemen:
- gebruikte instructies (WB p.4) 
- vocabulaire A
- LessonUp

Slide 4 - Diapositive

Corriger 
  • Ex. 8, (9*), 10, 11

Slide 5 - Diapositive

Ik kan na deze les...
  • Uitleggen wat het verschil is tussen de présent en de passé composé
  • 3 onregelmatige Franse voltooid deelwoorden noemen

Slide 6 - Diapositive

Grammaire C: le présent & le passé composé

Slide 7 - Diapositive

Le présent
  • Tegenwoordige tijd

  • 3 stappen:
  1. Hele ww: regarder
  2. -er --> stam --> regard
  3. + uitgang --> regard...

Slide 8 - Diapositive

Le passé composé
  • Verleden tijd
  • Hulpwerkwoord avoir

  • 3 stappen:
  1. Hele ww: regarder
  2. -r --> regarde
  3. e --> é --> regardé

Slide 9 - Diapositive

Onregelmatige ww
  • avoir --> eu (gehad)
  • être --> été (geweest)
  • faire --> fait (gedaan, gemaakt)

Slide 10 - Diapositive

Dus: Uit welke twee elementen bestaat de passé composé in het Frans?
Sleep die twee elementen naar het juiste vakje
Vorm van het hulpwerkwoord être
Vorm van het hulpwerkwoord avoir
Heel werkwoord
Voltooid deelwoord

Slide 11 - Question de remorquage

avoir
être
faire
été
fait
eu

Slide 12 - Question de remorquage

avoir
être
faire
aller
été
allé
fait
eu

Slide 13 - Question de remorquage

Présent
Passé composé
Nous parlons

Ils ont parlé
Vous mangez
La fille travaille
Tu regardes
Tu as regardé
J'ai été
Ma mère a donné

Slide 14 - Question de remorquage

Is het werkwoord regelmatig of onregelmatig?

Sleep de werkwoorden naar de juiste categorie
Regelmatig
Onregelmatig
être
adorer
avoir
écouter
chanter
aimer
faire
parler

Slide 15 - Question de remorquage

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord faire.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
fait
fait
fait
fait
fait
fait
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 16 - Question de remorquage

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 17 - Question de remorquage

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon. Let goed op de uitgangen! 
je/j'
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
ai été
avez été
avons  été
ont été
a été
as été

Slide 18 - Question de remorquage

r
rr

  • Ex. 13 samen lezen en maken
  • Daarna: 14 maken

Klaar? Kom je werk laten zien;
Werk verder aan de opdrachten in LessonUp of ga leren.

  • Begin zelf aan ex. 13, 14



Klaar? Kom je werk laten zien;
Werk verder aan de opdrachten in LessonUp of ga leren.



timer
3:00

Slide 19 - Diapositive

Vertaal: Ik vind

Slide 20 - Question ouverte

Vertaal: U heeft gepraat

Slide 21 - Question ouverte

Noem een onregelmatig Frans werkwoord + het voltooid deelwoord

Slide 22 - Question ouverte

Ik kan na deze les...
  • Uitleggen wat het verschil is tussen de présent en de passé composé
  • 3 onregelmatige Franse voltooid deelwoorden noemen

Slide 23 - Diapositive

Les devoirs







Noteer het hw in je agenda. Daarna ga je leren in stilte.
Faire (maken)
ex. 13cd, 14
In LessonUp: oefeningen met het paarse bolletje (basisstof)
Klaar?  Als het goed ging --> geel bolletje
Als het nog niet helemaal goed ging --> blauw bolletje
Apprendre (leren) voor MO:
Vocabulaire B, grammaire C (le présent et le passé composé)
Goed doornemen:
- gebruikte instructies (WB p.4) 
- vocabulaire A
- LessonUp

Slide 24 - Diapositive