4: Drogredenen II

Online les 
Drogredenen 2
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Online les 
Drogredenen 2

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Huishoudelijke mededelingen
  • Drogredenen: herhalen
  • Opdr. 10 - blz. 215
  • Zelfstandig werken: opdr. 6, 7, 8, 9 (via Form!)

PS. Meld je aan met de code onderin: ik deel de slides met jullie! 

Slide 2 - Diapositive

Huishoudelijke mededelingen
  • TiO-cijfers
    Valentie

  • Portfolio
    Valentie

  • Lesuur weg! Bezwaar als ik een zelfstudie uur in jullie agenda plaats?

Slide 3 - Diapositive

Drogredenen zijn ___ valide.
A
Wel
B
Niet

Slide 4 - Quiz

Welke drogreden past niet in de categorie 'onjuist gebruik van een argumentatieschema'?
A
Beroep op verkeerde autoriteit
B
Bespelen van het publiek
C
Overhaaste generalisatie
D
Vals dilemma

Slide 5 - Quiz

Wanneer je het standpunt van je tegenstander onjuist weergeeft, gebruik je de drogreden:
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Vertekenen van het standpunt
D
Bespelen van het publiek

Slide 6 - Quiz

Wanneer je het standpunt zo formuleert dat eigenlijk niemand er tegenin kan gaan, gebruik je de drogreden:
A
Persoonlijke aanval
B
Ontduiken van de bewijslast
C
Vertekenen van het standpunt
D
Bespelen van het publiek

Slide 7 - Quiz

Welke drogreden hoort bij de omschrijving 'argument en stelling zijn eigenlijk hetzelfde'?

Slide 8 - Question ouverte

Lees de tekst 'Wars van de mainstream sceptische twitteraars: 'Wij zijn geen complotdenkers'



BLADZIJDE 215
Klaar? Beantwoord de vragen die bij
opdracht 10 staan. 
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Welke drogreden is aanwijsbaar in alinea 1?
A
Beroep op onjuist oorzaak-gevolgschema
B
Onjuist beroep op voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen.
C
Overhaaste generalisatie
D
Persoonlijke aanval

Slide 10 - Quiz

UITLEG
‘Hij noemt een geval waarbij de politie zaken bewust verzweeg. Zoals Oudejaarsnacht in 2015 in het Duitse Keulen, toen honderden vrouwen werden aangerand. De politie bracht in eerste instantie niet naar buiten dat onder de verdachten asielzoekers waren. Waarom zou de politie nu wel de waarheid spreken?’ 

Op basis van 1 voorbeeld (Keulen) wordt de politie niet op haar woord geloofd door Bert Brussen. 

Slide 11 - Diapositive

Welke drogreden is aanwijsbaar in alinea 2?
A
Verkeerde vergelijking
B
Vals dilemma
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Vertekenen van het standpunt

Slide 12 - Quiz

UITLEG
‘Waarom is het twijfelen aan een politieverklaring een complottheorie, en is de bewering dat de Russen de Amerikaanse verkiezingen hebben beïnvloed dat niet?’

Verkeerde vergelijking van Wierd Duk. 

Slide 13 - Diapositive

Vragen? 
  • Ga aan de slag met de form waarmee je opdracht 6 t/m 9 invult en nakijkt (allemaal meerkeuzevragen!)
  • De form verschijnt in de chat

  • In de chat geef je aan wanneer je de opdracht gaat maken: vandaag (nu bijvoorbeeld?), morgen of vrijdag.
  • Als je dat hebt gedaan, mag je de les verlaten. 
  • Ik zal het gehele lesuur online blijven voor vragen. 

Slide 14 - Diapositive