pontifex 13 : Thuis

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Huis of thuis?

lees uitleg 1  en maak opdracht 1

Klaar? maak opdracht 4 en 5

Pontifex 13: Een Eigen huis!

Leerdoelen

Je leert wat er nodig is om je thuis te voelen 

Je kent het verschil tussen huis en thuis

Thuis zijn 

• Dak boven je hoofd
  
• Een eigen plek
  
• Gevoel dat bij thuis hoort
  
• Thuisgevoel
  
• Opdracht
  

thuis is......

huis is.....

Een eskimo woont in een.....

1. iglo
2. verzorgingshuis
3. klooster
4. ziekenhuis

Een asielzoeker woont in een...

1. kazerne
2. paleis
3. asielzoekerscentrum
4. klooster

Waarom is een huis zo belangrijk?

Wat vind jij van het huis waarin je nu woont?

Groepsopdracht 

Pontifex 13 : Opdracht 3

Bij een groepsopdracht heb je altijd iemand nodig die het gesprek leidt. Anders wordt het een chaos en gaat iedereen door elkaar praten.

Bij deze opdracht gaan jullie met elkaar in gesprek

• Spreek met elkaar af wie het gesprek leidt. Schrijf de naam van die persoon op.
  
• Vertel elkaar in wat voor soort huis jij woont. (flat, rijtjeshuis). Schrijf elkaars antwoorden op.
  
• Vertel elkaar waaraan je dit huis kunt herkennen (wat is er speciaal aan het huis). Schrijf elkaars antwoorden op.
  
• Vertel elkaar met wie je er woont. Schrijf elkaars antwoorden op.
  
• Bespreek met elkaar hoe deze groepsopdracht is gegaan. Hoe heeft iedereen gewerkt? Wat ging goed, wat kan beter?

Klaar? ga verder met opdracht 4

Wat heb je vandaag geleerd?

level 1 les 2

Gastvrijheid!

Gastvrijheid

• Eigenschap of situatie dat je hartelijk en gul bent in het ontvangen van gasten;
• Hartelijkheid;
• Warmte

Welke voorbereidingen treffen jullie als je weet dat er gasten komen?

Ga nu verder  in Pontifex 13 level 1

met opdracht 6,7 en 9

Klaar? dan start je met opdracht 8

les 3

waarden

normen

cultuur

gewoonte

Hallo klas 1

Open je laptop 

Pontifex 13 level 2

One Note

lees uitleg 1 en 2 

maak opdracht 1 en 2

Waarden

• Waarde: wat je belangrijk vindt in het leven.
• Bijvoorbeeld: vrijheid, aanzien, zelfstandigheid.
• Een waarde kun je in één woord omschrijven en klinkt altijd een beetje vaag.

Normen

• Norm: Regel over hoe jij/de samenleving vindt dat mensen zich moeten gedragen.

• Normen horen altijd bij een waarde: Waarde  trouw, norm: ik kom mijn afspraken na. Waarde respect, norm: anderen laten uitpraten. Bij de waarde familie hoort bv de norm dat je voor je ouders zorgt als ze dat zelf niet meer kunnen.

Geef een voorbeeld van een waarde, denk aan familie, school, stage, vrienden en de samenleving. Een waarde is 1 woord.

Bedenk een norm bij de waarden: respect, vertrouwen, trouw, behulpzaamheid

opdracht 3 : In stilte

Welke 5 waardes vind jij  belanrijk?

Schrijf ze op een los blaadje

Opdracht 3 : samen

vergelijk de waarden die jij beschreven hebt met je groepje

Wat zijn de overeenkomsten/verschillen?

Welke vinden jullie het belangrijkst? Waarom?

begrippen

nog tijd?

verder met de opdrachten van de level!

Wat heb je vandaag geleerd?