3.1 Start

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

3.1 Start

In een interview bleek drs. P zich

deze uitspraak niet meer te herinneren...

Welke nieuwe inzichten doe jij op?

Waar denk je aan als je bovenstaande
vetgedrukte termen leest?

Opdracht 2:

Nieuwe woorden ontdekken

De Nederlandse taal staat niet stil. Ieder jaar komen er weer nieuwe woorden bij. In deze lijst staan een aantal woorden die ooit als nieuwe woorden aan het Nederlands zijn toegevoegd:

arro - breinbaas - epibreren - krommunicatie - regelneef - treurbuis - wibocri

Waar denk je aan bij het woord
arro?

Wat is volgens jou een
regelneef?

Wat denk je dat een
treurbuis is?

Opdracht 3: De herkomst van 

nieuwe woorden

In deze opdracht lees je waar de nieuwe woorden in het Nederlands eigenlijk vandaan komen.

Beantwoord vraag a bij het lezen van de volgende slides.

Zoek het antwoord bij b op.

Huiswerk

We lezen gezamenlijk de tekst

'Doemdenken, regelneef: deze woorden bestaan dankzij Koot & Bie.

Maak daarna opdracht  4, blz. 75.

3.2 Je moedertaal leren

- Bespreken opdracht  4, blz. 75.

- Opdracht 5 Nadenken over babypraat

Bekijk de video

Maak opdracht 5

- Samen lezen Nederlands leren begint in de buik

Maak opdracht 6 - 6e maak je op een apart blad in tweetallen

3.2 Je moedertaal leren

Wijziging in PTD (spreekvaardigheid)

1) Samen lezen Nederlands leren begint in de buik

2) Maak opdracht 6, blz. 77 / 78

3) Fragment bekijken 

4) Maak opdracht 7, blz. 80 / 81

3.2 Je moedertaal leren

1) Opdrachten bespreken en theorie schrijfdoelen en tekstsoorten

2) Fragment bekijken 

3) Samen lezen Kun je je moedertaal vergeten?

4) Maak opdracht 8, blz. 81 / 82

5) Maak opdracht 9 > markeer in elke alinea 

de kernzin - wat is een kernzin ook alweer?

Klaar? Maak Hoofdstuk 3 Taal Woordenschat (Op NIveau online) of lezen in je leesboek

Maandag 14 oktober

Lekker lezen!

1) Opdrachten bespreken (huiswerk opdracht 8 + 9)

Maandag 14 oktober

Een zeshoekig gesprek (opdracht 10)

1) Groepjes van 4 leerlingen

2) Gebruik de woorden die uitgedeeld zijn - zoek woorden op die je niet kent

3) Ga met elkaar in gesprek over 'Taalverwerving' (het zich eigen maken van een taal)

4) Welke woorden horen bij elkaar en waarom? Dit kunnen meer dan twee woorden zijn.

Bijvoorbeeld: moedertaal en baarmoeder (uitleg: het leren van je moedertaal begint al in de baarmoeder)

Huiswerk > opdracht 11 + 12

Woensdag 16 oktober

Bespreken opdracht 11 en 12

Woensdag 16 oktober

Woensdag 16 oktober

Woensdag 16 oktober

Filmpje bekijken De waarde van meertaligheid

1) Wat is de mening van Wim Vandenbussche over hoe we omgaan met meertaligheid?

2) Hoe beargumenteert hij zijn mening?

3) Wat vind jij?

Woensdag 16 oktober

Samen lezen

Waarom leren Nederlands is niet makkelijk

Blz. 91/92

Maak opdracht 13, 14 + 16, blz. 89 t/m 98

Klaar? Maak hoofdstuk 3 Taal - Woordenschat (Op niveau online)

Donderdag 17 oktober

Boekopdracht maandag 4 november of liever op woensdag 6 november?

Aan de slag!

1) Filmpje kijken + maak opdracht 18, blz. 101 

Bespreken vragen

2) Zelf nakijken opdracht 13, 14, 16, blz. 89 t/m 98

Antwoordbladen voorin de klas

3) Klaar? Maak hoofdstuk 3 Taal - Woordenschat 

(Op niveau online)

4) Filmpje gebarentaal > zoek gebaren op en 'zeg' iets tegen elkaar in gebarentaal.

Na herfstvakantie

3) Oefenen met Bronvermelding en citaat (+ theorie bespreken)>

maak opdracht 22, blz. 108 + 109 

Nakijken opdracht 22

Theorie tekststructuren, blz. 115

Opdracht 28 t/m 30

Boekopdracht in de les maandag 4 november

Donderdag 17 oktober

Donderdag 17 oktober