Tag questions met "to be" 1KT

Tag questions 
Wat zijn dat? Korte vragen aan het einde van een zin. We vragen hiermee of iets wat we zeggen klopt of niet.
In het Nederlands zeg je vaak: 'toch?'

You are Dave, aren't you?
She is your sister, isn't she?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tag questions 
Wat zijn dat? Korte vragen aan het einde van een zin. We vragen hiermee of iets wat we zeggen klopt of niet.
In het Nederlands zeg je vaak: 'toch?'

You are Dave, aren't you?
She is your sister, isn't she?

Slide 1 - Diapositive

Tag questions 
Bij het maken van een tag question moeten we bepalen of de zin bevestigend (+) of ontkennend (-) is.
of wel?,  of niet?


Slide 2 - Diapositive

Tag questions
  • als de zin positief is wordt de tag questions negatief 
      He is good at writing, isn't he?

  • Als de zin negatief is, wordt de tag question positief
    They aren't good at football, are they? 

Slide 3 - Diapositive

Tag questions
Het werkt als een soort batterij.
als in het eerste deel 'not'/ n't staat (-) , staat dat in deel 2 niet.


You are Dave, aren't you?

Slide 4 - Diapositive

Tag questions 
Hoe maak je nou zo'n zin?
  1. Je kijkt naar het onderwerp + de vorm van 'to be'


                                      
Susan is her sister,
Welk persoonlijk voornaamwoord hoort er bij het onderwerp?

Slide 5 - Diapositive

Tag questions 
2. Je kijkt of de zin ontkennend/negatief (-) of  bevestigend/positief (+) is 

                                  
Susan is her sister,

Slide 6 - Diapositive

Tag questions 
3. Je draait het onderwerp en de vorm van 'to be' om in de tag questions en verandert positief - negatief, negatief - positief                           
Susan is her sister, isn't she?

Slide 7 - Diapositive

Tag questions oefenen
Write the correct tag questions.

  1. She’s from a small town in China, ___
  2. They aren’t on their way already, ___
  3. We’re late again, ___
  4. I’m not the person with the tickets, ___
  5. Julie isn’t an accountant, ___

Slide 8 - Diapositive

She is your boss, .............?
A
aren't she
B
amn't she
C
isn't she?

Slide 9 - Quiz

I'm doing the dishes,

Slide 10 - Question ouverte

We are home late, ............?
A
aren't we
B
amn't we
C
isn't we

Slide 11 - Quiz

The teacher is making tests,

Slide 12 - Question ouverte

He is working,

Slide 13 - Question ouverte

You're at school together, ___?
A
are you
B
aren't you
C
is you
D
isn't you

Slide 14 - Quiz

We are late again,

Slide 15 - Question ouverte

Isa isn't driving to school,______?
A
isn't she?
B
doesn't she?
C
is she?
D
does she?

Slide 16 - Quiz

They aren't here yet,

Slide 17 - Question ouverte

Ik weet hoe ik Tag Questions met "to be" moet maken
Niet Helemaal
Helemaal niet
Een beetje
Ja, ik kan het!
Ik heb nog wat vragen

Slide 18 - Sondage

Slide 19 - Lien