Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Koude Oorlog TL
Slide 1 - Diapositive
Welk begrip hoort NIET bij het kapitalistische systeem?
A
privé-bezit
B
planeconomie
C
V.S.
D
economische vrijheid
Slide 2 - Quiz
Welk begrip hoort NIET bij het communisme?
A
democratie
B
gelijkheid
C
eenpartijstaat
D
vijfjarenplan
Slide 3 - Quiz
Welk antwoord hoort bij communisme?
A
De overheid regelt zo min mogelijk
B
Handel is belangrijk
C
Mensen kunnen voor zichzelf zorgen door te handelen
D
De overheid regelt alles
Slide 4 - Quiz
Truman wilde landen helpen om het communisme buiten hun deur te houden. Hoe heet die politiek?
A
Containment
B
Kapitalisme
C
Container
D
Kapitalistisch
Slide 5 - Quiz
De V.S. wilde voorkomen dat landen in West-Europa in communistische handen zouden vallen. Ze boden hulp. Hoe heet die economische hulp?
A
Stalingplan
B
Churchillplan
C
Trumanplan
D
Marshallplan
Slide 6 - Quiz
De Koude Oorlog eindigde met de val van de Berlijnse Muur. In welk jaar gebeurde dit?
A
1985
B
1989
C
1990
D
1995
Slide 7 - Quiz
Welk antwoord hoort NIET bij de planeconomie?
A
Als van een product teveel is, daalt de prijs
B
centraal geleid door de overheid
C
fabrieken zijn in handen van de overheid
D
Van sommige producten is te veel, van anderen veel te weinig
Slide 8 - Quiz
Hier staan 4 gebeurtenissen uit de Korea-oorlog. Wat is de juiste volgorde? 1. Noord-Korea viel Zuid-Korea aan 2. Na WO II was Korea in 2 delen verdeeld: Noord en Zuid. 3. In 1953 wordt een wapenstilstand gesloten. 4. Noord-Korea werd bezet door S.U. Zuid-Korea door de V.S.
A
3 - 4 - 1 - 2
B
2 - 4 - 1 - 3
C
4 -2 - 1 - 3
D
3 - 4 - 2 - 1
Slide 9 - Quiz
Tijdens de Koude Oorlog waren meerdere conflicten. Wat was de juiste volgorde in tijd? Begin met het eerste conflict.
A
Vietnam - Korea - Cuba
B
Korea - Cuba - Vietnam
C
Cuba - Korea - Vietnam
D
Korea - Vietnam - Cuba
Slide 10 - Quiz
Welk conflict was voor V.S. het meest beangstigend?
A
Korea-oorlog
B
Vietnam-oorlog
C
Cuba-crisis
Slide 11 - Quiz
Hoe heette de leider van Cuba onder wie het land communistisch was geworden?
A
Fidel Castro
B
Che Guevara
C
J.F. Kennedy
D
Chroestsjov
Slide 12 - Quiz
Kapitalisme en communisme waren 2 belangrijke begrippen tijdens de Koude Oorlog. Welk begrip hoort NIET bij het kapitalisme?
A
verschil tussen rijken en armen
B
winst maken is normaal
C
alles is van iedereen
D
arbeiders verdienen minder dan directeuren
Slide 13 - Quiz
Berlijn werd verdeeld in een oostelijk en een westelijk deel. a. Veel mensen vluchtten van Oost naar West-Berlijn b. Het Russische deel van Berlijn liep langzaam leeg. c. De Russen proberen West-Berlijn in te pikken d. 1948: De Russen blokkeren de aanvoer van goederen naar West-Berlijn e. De Berlijnse Muur wordt gebouwd. Wat is de juiste volgorde?
A
c - d - e - a - b
B
a - b - d - e - c
C
a - b - c - d - e
D
b - a - c - d - e
Slide 14 - Quiz
De Koude Oorlog was een strijd die werd "uitgevochten"met..... Welk antwoord hoort NIET op de puntjes?
A
woorden / dreigementen
B
race om de beste technologie / wapens
C
een muur
D
oorlog
Slide 15 - Quiz
Welk antwoord klopt als het gaat over het land Vietnam?
A
Het land bestaat uit 2 delen: Zuid en Noord-Vietnam
B
Na de Vietnamoorlog is het land weer 1 land geworden
C
Zuid-Vietnam werd in de Vietnamoorlog gesteund door de troepen van S.U.
D
Het land heeft altijd uit 2 delen bestaan
Slide 16 - Quiz
Wat was de naam van de mens die als eerste voet op de maan zette?
A
Armstrong
B
Gagarin
C
Spoetnik
D
Nixon
Slide 17 - Quiz
Truman wilde het communisme aanpakken. Op welke manier?
A
S.U. militair steunen
B
Door het communisme bedreigde landen militair steunen
C
Alle communistische landen geld geven
D
De S.U. aanvallen om van het communisme af te komen
Slide 18 - Quiz
De strak geleide planeconomie in de S.U. moest plaats maken voor een socialistische markteconomie. Welk begrip is hierbij belangrijk?
A
glasnost
B
wodka
C
perestrojka
D
kritiek
Slide 19 - Quiz
De communistische S.U. leidde zijn eigen ondergang in door openheid en hervorming. Deze veranderingen zorgden ervoor dat........
A
de planeconomie groeide
B
het Sovjetleger sterker werd
C
de zware industrie groeide
D
de burgers mondiger werden
Slide 20 - Quiz
Hoe heette de laatste politiek leider van de S.U.?
A
Gorbatsjov
B
Choesjtov
C
Stalin
D
Poetin
Slide 21 - Quiz
Direct na WO II werd Duitsland verdeeld in meerdere zones. Welk antwoord is goed?
A
2 zones
B
3 zones
C
4 zones
D
5 zones
Slide 22 - Quiz
Op welke manier probeerden de westerse landen de economie in hun Duitse gebieden te stimuleren?
A
Ze bouwden de Berlijnse Muur
B
Ze voerden een gezamenlijke munt in: De Duitse Mark
C
Ze vervoerden goederen naar Berlijn via een luchtbrug
D
Ze sloten hun gebieden voor de Sovjets
Slide 23 - Quiz
Welk antwoord heeft NIETS te maken met de Vietnamoorlog?
A
De V.S. gebruikten atoomwapens
B
Ongeveer een half miljoen Amerikaanse soldaten vochten op het hoogtepunt in Vietnam
C
Het was een guerrilla-oorlog
D
V.S. vocht tegen de Vietcongstrijders
Slide 24 - Quiz
De Cubacrisis werd echt spannend en dreigend door een actie van de S.U. Welke actie?
A
De S.U. stuurde legers naar Cuba
B
De S.U. stuurde schepen met kernraketten naar Cuba
C
De S.U. richtte atoomwapens op de V.S.
D
De S.U. stuurde vliegtuigen naar Cuba
Slide 25 - Quiz
Na WO II bleven S.U. min of meer de baas in meerdere landen. In een van de antwoorden kloppen NIET alle landen waar de S.U. de baas bleef. Welk antwoord?
A
Estland - Letland en Litouwen
B
Polen, Hongarije en Oostenrijk
C
Bulgarije, Hongarije en Estland
D
Polen, Oost-Duitsland en Roemenië
Slide 26 - Quiz
De V.S. geven na WO II Marchallhulp aan Europa. Welke landen kregen het meeste geld (als lening)? Kies:
A
Engeland en Frankrijk
B
West-Duitsland en Nederland
C
Italië en West-Duitsland
D
Engeland en S.U.
Slide 27 - Quiz
De Koude Oorlog was een oorlog die vooral met woorden werd gevoerd. Wat was GEEN oorzaak voor de Koude Oorlog?
A
S.U. weigeren Oost-Europa te verlaten na WO II
B
Vietnam-oorlog
C
S.U. wilde weten hoe V.S. de atoombom hadden gemaakt
D
Het Marshallplan waarmee V.S. Europese landen wilde helpen
Slide 28 - Quiz
Hieronder zie je beweringen over de Berlijnse Muur. Welke bewering is NIET juist?
A
De muur stond van 1963 tot 1989
B
Er waren 7 doorgangsposten in de Muur
C
De Muur was 45 km. lang
D
Er werden ongeveer 75 mensen, die wilden vluchtten, gedood
Slide 29 - Quiz
De Vietnamoorlog was een guerrillaoorlog. Wat versta je hieronder?
A
Een oorlog met vele doden
B
Een grillige, harde oorlog
C
Een oorlog in de jungle tegen een onzichtbare vijand
D
Een oorlog met chemische middelen
Slide 30 - Quiz
De V.S. en de S.U. hebben tijdens de Koude Oorlog nooit direct tegen elkaar gevochten. Ze bemoeiden zich wel met vele gewapende conflicten. Waarom?
Slide 31 - Question ouverte
Na WO II werd Duitsland verdeeld in 2 landen. Behoorde Berlijn tot B.R.D. of D.D.R.? LEG je antwoord UIT!
Slide 32 - Question ouverte
Noord-Korea kreeg in 1950 een communistische regering met steun van S.U. Zij vielen Zuid-Korea aan. Zuid-Korea kreeg toen de steun van V.S. en 15 andere landen. Waarom kreeg Zuid-Korea steun van zo veel landen?
Slide 33 - Question ouverte
Op welke manier ontdekte V.S. dat er in Cuba wapens stonden, die gericht waren de V.S.?