leefomgeving eindoefening

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

leefomgeving eindoefening

Welk proces past het beste bij de stedelijke ontwikkeling van veel Nederlandse steden op dit moment?

1. urbanisatie
2. suburbanisatie
3. re-urbanisatie

De afbeelding past het beste bij.....

1. Smart City
2. Sustainable City
3. Duurzame Stad
4. Stedelijk Netwerk

Circulaire Economie

1. Een Economie waar alles in een circulatie loopt
2. Een Economie waar veel grondstoffen worden hergebruikt.
3. Een economie waar afval belangrijk is
4. Een economie waar alle grondstoffen heel belangrijk zijn

De reikwijdte van de Ikea is

1. groter dan die van een bakker
2. kleiner dan die van een bakker
3. ongeveer gelijk aan die van een bakker

Welk begrip hoort bij deze foto?

1. duurzame stad
2. smart city
3. sustainable city
4. creatieve stad

Wat zijn grootstedelijke functies

1. Dit is een plaats met meer dan 50.000 inwoners, een hoge bevolkingsdichtheid en veel grootstedelijke functies.
2. Mensen vertrekken uit de stad om op het omliggende platteland te gaan wonen.
3. Iemand die op een andere plek woont dan hij werkt en elke dag op en neer reist.
4. Taken die een stad heeft voor zijn inwoners en de omgeving van de stad, zoals wonen, werken, vervoer en voorzieningen.

Wat is géén grootstedelijke functie?

1. Een bioscoop
2. Een ziekenhuis
3. Een basisschool
4. Een Universiteit

Wat is reikwijdte?

1. Afstand tot voorzieningen
2. Afstand die klanten willen afleggen voor de voorzieningen
3. Hoe ver weg de klanten wonen
4. Het gebied waar de voorziening verantwoordelijk voor is

Over welk soort vervuiling spreken we bij windmolenparken?

1. Luchtvervuiling
2. Milieuvervuiling
3. Landschapsvervuiling
4. Watervervuiling

Een stad waar slimme technologie centraal staat heet

1. Creatieve stad
2. smart city
3. duurzame stad

Wat hoort niet bij een duurzame stad?

1. aardwarmte
2. meer asfalt
3. flexibel inrichten van gebouwen
4. energieneutraal

Verzorgingsgebieden in het westen van Nederland zijn kleiner dan verzorgingsgebieden in het noorden van Nederland. Hoe komt dat?

Vanaf 1990 is er sprake van re-urbanisatie.

Leg uit deze re-urbanisatie met het voorzieningenniveau te maken heeft.

Hoe kun je het effect van een sciencepark op de economie van een stad meten?

1. Hoeveel mensen in het sciencepark werken.
2. Aandeel beroepen in de creatieve sector van de stad.
3. Het type bedrijven dat zich vestigt in het park.
4. Aandeel in de groei van de stadseconomie.

Een sciencepark tref
je meestal aan in
de buurt van een ...

1. grote stad
2. universiteit
3. snelweg
4. industrieterrein

Waarom willen bedrijven graag bij elkaar zitten op een sciencepark?

Wat is gentrification?

1. Het proces waarbij verschillende mensen meer gaan samenwerken.
2. Het proces van sanering en nieuwbouw
3. Het proces waarbij mensen met een hoger inkomen in een armere wijk komen wonen.
4. Het opknappen van een wijk

Wat is een voordeel van stadsvernieuwing?

1. Er worden geen huurhuizen gebouwd.
2. In de nieuwe woningen komen alleen inwoners van buiten de wijk.
3. De winkels in de wijk gaan dicht.
4. Voor de oude huizen komen betaalbare, nieuwe woningen terug.

Leidsche Rijn is een VINEX-Locatie.
Noem twee ruimtelijke kenmerken van Vinexlocaties.

Wat is een nadeel van gentrificatie?

Wat is geen nadeel van stadsvernieuwing?

1. De overlast van slopen en bouwen duurt meestal een aantal jaren.
2. Er zijn verkeersomleidingen door de bouw.
3. Inwoners moeten verhuizen.
4. Voor de oude woningen komen betaalbare nieuwe huizen terug.

Het groeikernen beleid had als doel

1. de suburbanisatie te stoppen
2. voorkomen dat het platteland helemaal werd volgebouwd
3. de suburbanisatie te bevorderen
4. re-urbanisatie op gang te brengen

Wat is herstructurering?

1. Een wijk die na 1995 is gebouwd in opdracht van de overheid.
2. Het opknappen van bestaande gebouwen.
3. Het bouwen van nieuwe woningen binnen bestaande bebouwing.
4. Het opknappen en vernieuwen van verouderde gebieden in een stad.

Herstructurering beoogt

1. Een betere woonomgeving.
2. Inwoners uit een anders economische klasse.
3. Modernere/betere huizen voor de bewoners.
4. Meer ruimte voor parkeren in de voorheen nauwe straten.

1. Bewonerskenmerk
2. Buurtprofiel
3. Buurtvoorziening
4. Woningkenmerk

Welke bewoners- en woningkenmerken uit het buurtprofiel passen bij de wijk op de foto?

1. relatief veel koopwoningen, goede staat van onderhoud, relatief hoge inkomens,
2. veel sociale huurwoningen, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage eengezinswoningen
3. veel sociale huurwoningen, hoog percentage inwoners met een migratieachtergrond, slechte staat van onderhoud
4. relatief lage inkomens, veel gezinnen met kinderen, hoog percentage inwoners met een westerse migratieachtergrond

Wat is subjectieve veiligheid?

1. ik erger me niet aan vandalisme
2. de gemeente snoeit de struiken voor de veiligheid
3. er worden hier 50 fietsen per week gestolen
4. de stoeptegels worden regelmatig rechtgelegd

'Vorig jaar zijn in wijk X 44 aangiften gedaan van autodiefstal. Het gaat hier om...

1. Subjectieve veiligheid
2. Objectieve veiligheid
3. Beide
4. Geen van beide

Om de leefbaarheid te verbeteren wordt er soms gekozen voor het neerzetten van extra lantaarnpalen.

Vergroot dit vooral de objectieve of subjectieve veiligheid?

1. objectieve
2. subjectieve

renovatie

vinex-wijk

nieuwbouw

saneren

opvullen

wooncapaciteit sijgt

oude wijk

afname woningdichtheid

nieuwbouw

Randstad

besparing open ruimte

aanpassen

Huur stijgt

Sociale cohesie is

1. De samenhang tussen mensen
2. De manier waarop mensen naar armoede kijken
3. De verschillen tussen groepen
4. De bevolkingsdichtheid in een stad