Budgetlijn en opofferingskosten

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen:
  1. Ik kan een budgetlijn tekenen en met behulp hiervan bepalen welke combinaties mogelijk zijn

  2. Ik kan m.b.v. een nieuwe budgetlijn aantonen wat de invloed is van prijswijzigingen en/of budgetveranderingen op de budgetlijn

Slide 4 - Diapositive

Budgetlijn
Model dat weergeeft hoeveel je van een product kunt kopen binnen je budget, bij keuze uit twee producten

Slide 5 - Diapositive

Budgetlijn
Weekbudget = € 5

Kopje thee kost € 0,50
Koek kost € 1

Slide 6 - Diapositive

Stappenplan budgetlijn
  1. Teken een x-as voor product 1 
  2. Teken een y-as voor product 2
  3. Zet je budget in de grafiek
  4. Bereken het aantal dat je voor product 1 kunt kopen als je het hele budget daaraan besteed - zet een stip bij dat aantal op de x-as
  5. Bereken het aantal dat je voor product 2 kunt kopen als je het hele budget daaraan besteed - zet een stip bij dat aantal op de y-as
  6. Teken een rechte lijn tussen de stippen op de x-as en de y-as

Slide 7 - Diapositive

Budgetlijn nieuwe situatie 1
Als de prijs van een van de producten verandert, 
wijzigt de hellingshoek.

Slide 8 - Diapositive

Budgetlijn nieuwe situatie 1
Weekbudget = € 5

Kopje thee kost € 0,50
Koek kost € 1,25

Wat gebeurt er met de budgetlijn?

Slide 9 - Diapositive

Budgetlijn nieuwe situatie 2
Weekbudget = € 7,50

Kopje thee kost € 0,50
Koek kost € 1,25

Wat gebeurt er met de budgetlijn?

Slide 10 - Diapositive

Budgetlijn nieuwe situatie 2
Als het budget wijzigt, verschuift de budgetlijn evenwijdig 

Slide 11 - Diapositive

Opofferingskosten
De kosten (of opbrengsten die je misloopt) van het alternatief waar je niet voor kiest




Slide 12 - Diapositive

Opofferingskosten
Wesley kan kiezen uit een weekje werken of reizen.
Een week vakantie kost € 300  en in een week werken verdient hij € 200
Wesley gaat in de zomervakantie vier weken reizen en twee weken werken.

Maar het is zo gezellig op Ameland dat hij besluit er nog een week vakantie aan vast te plakken.

Wat zijn de opofferingskosten?



Slide 13 - Diapositive

aan de slag
- als je 1.1 nog niet af hebt, maak deze eerst af.
- start met de opdrachten van 1.2

Ik zorg morgen voor wat nakijkboekjes.

Slide 14 - Diapositive