herhalen ww spelling

- Herhalen werkwoordspelling en uitleg meervoudsvormen
- Huiswerk maken

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

- Herhalen werkwoordspelling en uitleg meervoudsvormen
- Huiswerk maken

Slide 1 - Diapositive

Vul het werkwoord goed in:
Dagelijks een stukje fruit ... je gezond.
A
hou
B
houd
C
hout
D
houdt

Slide 2 - Quiz

Vul het werkwoord goed in:
Vanmorgen heeft de buurvrouw haar autoruiten ... .
A
gekrabt
B
gekrabd
C
gekrabdt

Slide 3 - Quiz

Vul het werkwoord goed in:
Vorig schooljaar ... ik elke woensdagmiddag een paar rondjes in het park.
A
joggde
B
joggte
C
jogde
D
jogte

Slide 4 - Quiz

Vul het werkwoord goed in:
De ruit ... zodra hij zijn ladder ertegenaan zette.
A
barst
B
barste
C
barstte
D
barstten

Slide 5 - Quiz

Vul het werkwoord goed in:
Vraag jezelf eens af welke straf je nu ... .
A
verdient
B
verdiend
C
verdiendt

Slide 6 - Quiz

Vul het werkwoord goed in:
Als je ... hebt om te helpen verhuizen, moet je dat ook echt doen.
A
belooft
B
beloofd
C
beloofdt

Slide 7 - Quiz

Spelling 
Digitaal oefenen op de methode site 3code XZ74WF0

Slide 8 - Diapositive

Noem een meervoudsvorm
dat eindigt op een klinker, maar geen
's krijgt.

Slide 9 - Carte mentale

Noem een meervoudsvorm
met een Latijnse uitgang.

Slide 10 - Carte mentale

Noem een zelfstandig naamwoord dat geen meervoud kent.

Slide 11 - Carte mentale

Wat is het meervoud van alinea?
A
alineas
B
alinea's

Slide 12 - Quiz

Wat is het meervoud van cowboy?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van perzik?
A
perziken
B
perzikken

Slide 14 - Quiz

Wat is het meervoud van cadeau?
A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 15 - Quiz

Wat is het meervoud van logé?
A
logés
B
logé's

Slide 16 - Quiz

Wat is het meervoud van paragraaf?
A
paragraven
B
paragrafen

Slide 17 - Quiz

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 18 - Quiz

Huiswerk
Over taal H3: 1 - 6
Spelling H3: 2 t/m 7 
(blz. 144 - 147)

(dictee - opdr. 9)

Slide 19 - Diapositive

Dictee H3
1 De jongetjes vinden het scheerapparaat van hun vader erg interessant.
2 Het lijkt me leuk om barista van beroep te zijn.
3 Het meisje was erg dapper toen ze aan haar keel geopereerd moest worden.
4 Een kanarie en een papegaai kunnen niet goed samen in één kooi.
5 Het depot ligt aan de parallelweg.

Slide 20 - Diapositive

Dictee H3
6 De kok was nogal karig geweest met groente, er zat maar één paprika door de saus.
7 Als je epilepsie hebt, haperen je hersenen soms.
8 De soldaat werd een verrader genoemd, toen hij zei dat het wel meeviel met de terreur.
9 Onder de overkapping praatte het stelletje over hun romantische herinneringen.
10 De winkelier opperde een goed idee om de verkoop van paraplu’s te stimuleren.

Slide 21 - Diapositive