13.1/13.2 & 12.1/12.2 Formules, Pijlenketting en letterformule
Basis:
11.1 Formules (herhalen)
11.2 Van formule naar pijlenketting
Kader:
11.1 Werken met formules (herhalen)
11.2 Gelijke formules
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Basis:
11.1 Formules (herhalen)
11.2 Van formule naar pijlenketting
Kader:
11.1 Werken met formules (herhalen)
11.2 Gelijke formules
Slide 1 - Diapositive
Zijn er vragen over het huiswerk?
H12: voorkennis
H13: voorkennis
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert een pijlenketting bij een formule maken (herhalen);
Je leert rekenen met een formule;
Je leert van een woordformule een letterformule maken (kader - herhalen)
Je leert gelijke formules herkennen (kader);
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Maak een pijlenketting bij de formule
aantal uren x 10 + 20 = bedrag
Slide 6 - Diapositive
Teken een pijlenketting bij de formule.
Antwoord met een foto.
Slide 7 - Question ouverte
Maak een pijlenketting bij deze formule: 4 x a + 15 = 27 Antwoord met een foto.
Slide 8 - Question ouverte
De formule aantal uren x 10 + 20 = bedrag zijn de kosten van een schilder. Deze schilder is 4 uur bezig om de woonkamer te schilderen. Wat is het bedrag?
A
40
B
50
C
60
D
70
Slide 9 - Quiz
Reken met de formule uit hoeveel Ramses moet betalen voor 10 lessen
Slide 10 - Question ouverte
kosten in € = 2,30 + 0,25 x aantal foto's
Reken uit hoeveel je voor 12 foto's moet betalen
Slide 11 - Question ouverte
Basis aan de slag!
Maak 13.1 em 13.2
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Wat zou de letterformule kunnen worden van kosten = 2 + 0,50 x aantal km
A
k = 2 x a + 0,50
B
k = 2 + 0,50 x a
C
K = 2 + 0,50 x ak
Slide 14 - Quiz
Maak van deze woordformule een letterformule. afstand = 10 + 6 x tijd
A
t = 10 + 6 x a
B
10 + 6 x 5 = 40
C
a = 10 + 6 x t
D
16 x t = a
Slide 15 - Quiz
Maak van de woordformule aantal uren x 10 + 20 = bedrag een letterformule
Slide 16 - Question ouverte
Gelijke formules
Slide 17 - Diapositive
Controleer of de volgende twee formules gelijk zijn.
A t x 4 + 35 = m
B 35 x t + 4 = m
Slide 18 - Question ouverte
Zijn de formules gelijk aan elkaar? A: k x 8 + 12 = t B: 12 + k x 8 = t
Slide 19 - Question ouverte
Maak pijlenkettingen bij de formules A, B en C. Welke formules zijn gelijk?