1MH Spelling Les 1 Bezitsvorm en getallen.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

boek lezen 

Lesprogramma

- Zelfstandig lezen (15 min)

- Uitleg bezitsvorm en getallen

  plus maken opdrachten boek.

  (30 min)

- Afsluiting : Nabespreken les

  (5 min) 

  

Blok 5 - Spelling

5.7 Bezitsvorm

5.8 Getallen

Open vast LessonUp.app!

Kunnen 

Je weet wat een bezitsvorm is.

Je weet dat er regels zijn over wanneer je een getal voluit schrift en wanneer niet.

 

Je kunt de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden goed spellen.

Je kunt getallen goed spellen.

Weten 

Blok 5

1MH

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Bezitsvorm

5.7

In de bezitsvorm schrijf je de -s altijd vast aan het zelfstandige naamwoord, behalve:

• als het nodig voor de uitspraak: als het zelfstandige naamwoord eindigt op een lange klinker of een -y. Je schrijft dan een 's.
• als het zelfstandige naamwoord eindigt op een sisklank. Je schrijft dan alleen een apostrof.

Mijn broers fiets.

Mijn oma's fiets.

Kees' fiets.

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Bezitsvorm

5.7

Lees	blz. 241 en 242 - lees de theorie over de 5.7 Bezitsvorm door.
Maak	Opdracht 22 en 23 Lees de opdracht goed door voor je begint.
Hoe	- In je schrift. - Zet eerst de letters in de kantlijn en laat steeds een regel open. - Je mag zachtjes overleggen.
Tijd	10 minuten
Klaar	Lees vast de regels over de spelling van getallen ( 5.8 Getallen)
Resultaat	Klassikaal bespreken opdrachten.

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Getallen

5.8

• blz. 242

In teksten schrijf je meestal geen cijfers, maar schrijf je getallen voluit.

Op deze regel zijn een paar uitzonderingen:

• Bij maten en gewichten zijn getallen overzichtelijker.
• Grote, ingewikkelde getallen schrijf je meestal in cijfers. 

• Voor of na cijfers en getallen kom je soms speciale tekens en afkortingen tegen zoals %, €, kg of cm. In een tekst schrijf je deze voluit: procent, euro, kilo of centimeter.

• Getallen tot en met twintig schrijf je voluit.
• Net als tientallen en  honderdtallen.

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Klik de goede spelling van de getallen aan.

1. Bij 2 winkels zijn de chocopinda’s in de aanbieding.
2. Bij twee winkels zijn de chocopinda’s in de aanbieding.

Klik de goede spelling van de getallen aan.

1. Ze kosten normaal drie euro, wat ik best duur vind.
2. Ze kosten normaal 3 euro, wat ik best duur vind.

Klik de goede spelling van de getallen aan.

1. Nu zijn ze maar 1 euro 50.
2. Nu zijn ze maar een euro vijftig.

Klik de goede spelling van de getallen aan.

1. Ik ben er vanochtend om 09.00 uur meteen naartoe gegaan.
2. Ik ben er vanochtend om negen uur meteen naartoe gegaan.

Klik de goede spelling van de getallen aan.

1. Gelukkig lagen er nog wel meer dan 50 zakken!
2. Gelukkig lagen er nog wel meer dan vijftig zakken!

O         Maken opdrachten 19, 20 en 21 blz. 240, 241

5

Wat niet af is, is huiswerk voor donderdag !

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.