H5 Spelling over hoofdletters en aanhalingstekens

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

SO of PW inhalen
De leerlingen die nog een SO of een PW moeten inhalen maken daarvoor zélf een afspraak met mevrouw Veerbeek

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Telefoon opbergen
- Leesboek pakken en 10 minuten lezen
- Theorie Nieuw Nederlands 
- Aan de slag

Slide 3 - Diapositive

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

H5:  Spelling : over hoofdletters en aanhalingstekens (blz. 162)

Slide 5 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht
Maak de Startopdracht  (blz. 162)

Slide 7 - Diapositive

Lees onderstaande zinnen. Wat is het verschil tussen beide zinnen?
a Ingeborg gaf zojuist de koning een hand.
b Ingeborg gaf zojuist De Koning een hand.
A
Er is geen verschil.
B
Er is een verschil in betekenis.

Slide 8 - Quiz

Hoofdletters
  • Aan het begin van een nieuwe zin. 

  • Bij eigennamen (Sanne, Groningen, Bernardstraat, Lauwers College, Engeland, Engels, Kerstmis, Pasen en Greenpeace) 

  • Bijvoeglijke naamwoorden die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen (Spaanse wijn, Belgische chocolade)


Slide 9 - Diapositive

Kleine letters
  • Samenstellingen (kerstavond, paaszondag, moederdagcadeau)

  • Religies (jodendom, christendom, islam, rooms-katholiek)





Slide 10 - Diapositive

Aanhalingstekens
  • Bij citaten:
  1. Boris riep verontwaardigd uit: 'Ik heb dat niet gedaan!'
  2. 'Ik ga liever met de trein', zei Maria.

  • Je gebruikt geen aanhalingstekens bij gedachten:
  1. Ze vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje uit?
 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

en..
  • Bij titels:
  1. Het boek 'Kolja' van Arthur Japin is een groot succes.

  • Als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis van het woord:
  1. Veel mensen kennen het woord 'extravagant' niet. 


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Even opwarmen

Slide 15 - Diapositive

Wat is de juiste spelling?
A
engelse drop
B
Engelse drop

Slide 16 - Quiz

Welk woord is fout gespeld?
A
Tweede Paasdag
B
Oudjaar
C
Hemelvaartsdag
D
Nieuwjaarsdag

Slide 17 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
koningin maxima
B
Koningin maxima
C
Koningin Maxima
D
koningin Maxima

Slide 18 - Quiz

Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen

Slide 19 - Quiz

Wat heeft geen hoofdletter?
A
Engels
B
Amsterdamse
C
Noorden
D
Peugeot

Slide 20 - Quiz

Met of zonder hoofdletter?
A
aardrijkskunde
B
Aardrijkskunde

Slide 21 - Quiz

Met of zonder hoofdletters?
A
mevrouw Van Dijk
B
mevrouw van Dijk

Slide 22 - Quiz

Een hoofdletter of niet?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.

Slide 23 - Quiz

Wat moet NIET met een hoofdletter?
A
Coca Cola
B
Nijmegen
C
Zondag
D
Toyota

Slide 24 - Quiz

Hoofdletter of niet?
A
btw
B
BTW

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
jarik de boer
B
Jarik De Boer
C
Jarik de Boer
D
jarik De Boer

Slide 26 - Quiz

"Sara zei:" Ik heb een super
vakantie gehad.
A
Goed
B
Fout

Slide 27 - Quiz

"Ik vind het niet leuk!", riep Lotte.
A
Goed
B
Fout

Slide 28 - Quiz

Huiswerk
Boek (blz. 162 - 163): 
  • Lees de theorie nogmaals door. Hier
     staan  meer voorbeelden bij de uitleg.
  • Maak opdracht 1 t/m 3




Slide 29 - Diapositive