futur

Bonjour tout le monde ! 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Bonjour tout le monde ! 

Slide 1 - Diapositive

Le futur proche (nabije toekomst)
Wat is het? 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

futur proche

Slide 4 - Diapositive

Klik de zinnen aan waarin de "futur proche'' gebruikt wordt.
A
J'ai mangé de la viande.
B
Nous allons faire du surf
C
Je vais acheter une tomate.
D
Je lis un livre.

Slide 5 - Quiz

Nu gaan jullie het zelf toepassen!
Vertaal de zin:
'Zij gaat eten.'

Slide 6 - Question ouverte

Vertaal de volgende zin:
'Jullie gaan vertrekken.'

Slide 7 - Question ouverte

Futur simple 
Wat is het? 

Slide 8 - Diapositive

Futur simple

  • Toekomst 
  • In het Nederlands met: zullen
'Ik zal geven'  --> je donnerai

Hele werkwoord + uitgang erachter geplakt

Slide 9 - Diapositive

Welke uitgangen zet je erachter?
Je mangerai
Tu donneras
Elle donnera
Nous mangerons
Vous mangerez
Ils/Elles donneront

Valt er iets op aan de uitgangen?

Ont

Slide 10 - Diapositive

Klik de zin aan waarin de "futur simple" gebruikt wordt!
A
Je vais boire du lait
B
Je partirai à Amsterdam
C
Je mange des légumes
D
Je veux bien avoir une pomme

Slide 11 - Quiz

Vertaal de volgende zin:
'jullie zullen eten.'

Slide 12 - Question ouverte

Le futur simple & onregelmatige werkwoorden
TB page 193/194
être --> je serai
avoir --> j'aurai
faire --> je ferai
aller --> j'irai
pouvoir --> je pourrai 

Slide 13 - Diapositive

Futur simple:
elle ..........(avoir)
A
elle avoira
B
elle aura
C
elle sera

Slide 14 - Quiz

Futur simple:
Nous ........ (aller)
A
Nous allerons
B
Nous aurons
C
nous irons
D
nous allons

Slide 15 - Quiz

Futur simple:
Ils .......... (faire)
A
Fairent
B
fairont
C
font
D
feront

Slide 16 - Quiz

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!
Ils manger.............

J'ir.............

Elle prendr................

Vous pourr.........................
ai
ont
ez
a

Slide 17 - Question de remorquage

In welke tijd staat de volgende zin?
'Je vais prendre.'

A
futur proche
B
futur simple

Slide 18 - Quiz

in welke tijd staat deze zin?
'Je n'aurai pas besoin d'aide.'
A
Futur proche
B
Futur simple

Slide 19 - Quiz

Futur PROCHE
Vous ............. (être)
A
allez être
B
serez
C
allez serez
D
êtes

Slide 20 - Quiz

Futur simple:
Nous .................... (faire)
A
allez faire
B
fairons
C
ferons

Slide 21 - Quiz

Vertaal :
ik zal zijn / ik zal worden

Slide 22 - Question ouverte

schrijfopdracht bij bron D
- je organiseert een feestje (bedenk zelf de aanleiding. bijv. je verjaardag) waarvoor je je vrienden uitnodigt.
Maak duidelijk
-  waarom je een feestje organiseert.
-  wanneer, waar en hoe laat het feest is.
-  wat jullie gaan doen
Zorg voor een passende lay-out.

Slide 23 - Diapositive