B-K1-W3 wonen en huishouden: Begeleiden bij Dak- en thuislozen

Methodiek en Begeleiden
B-K1-W3 Wonen en huishouden - Begeleiden van Dak- en thuislozen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Methodiek en Begeleiden
B-K1-W3 Wonen en huishouden - Begeleiden van Dak- en thuislozen

Slide 1 - Diapositive

Werkproces B-K1-W3 
Ondersteunt de cliënt bij wonen en Huishouden

Slide 2 - Diapositive

Wat wordt er van je verwacht:
De beroepskracht maatschappelijke zorg ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden. Zij overlegt met de cliënt en naastbetrokkenen welke taken/werkzaamheden de cliënt zelf doet en welke ondersteuning door anderen wordt gedaan. Zij zorgt ervoor dat de cliënt en naastbetrokkenen zo veel mogelijk zelf doen. Zij ondersteunt de cliënt o.a. bij het omgaan met geld, de organisatie en/of het uitvoeren van lichte huishoudelijke schoonmaakwerkzaamheden, het doen van inkopen, het beheren van voorraden, het bereiden van maaltijden, het opmaken van bedden, het wassen en strijken van kleding en textiel, het realiseren van een optimaal woon en leefklimaat en bij mobiliteitsvraagstukken. Cliënten die een gemeenschappelijk huishouden voeren begeleidt zij bij het gezamenlijk uitvoeren van de werkzaamheden. Ze voorziet in de voorwaarden om de cliënt te laten oefenen of experimenteren met ander gedrag of nieuwe, huishoudelijke vaardigheden. Ze geeft het goede voorbeeld. Ze zorgt er in samenwerking met de cliënt en betrokken instanties voor dat benodigde materialen en middelen beschikbaar zijn en creëert samen met de cliënt een wenselijke leefsituatie en veilige omgeving.

Slide 3 - Diapositive

Filmpje dak- en thuisloos

Slide 4 - Diapositive

Wanneer ben je Dakloos?
A
geen vast woonadres, leeft op straat en kan niet bij familie of vrienden terecht
B
geen eigen woonruimte hebt en tijdelijk of voor langere tijd in een instelling voor maatschappelijke opvang verblijft

Slide 5 - Quiz

Wanneer ben je Thuisloos
A
geen vast woonadres, leeft op straat en kan niet bij familie of vrienden terecht
B
geen eigen woonruimte hebt en tijdelijk of voor langere tijd in een instelling voor maatschappelijke opvang verblijft

Slide 6 - Quiz

Samenwerken met andere instanties
Als begeleider specifieke doelgroepen bij dak- en thuislozen heb je verschillende coördinerende taken. Het gaat hierbij vooral om het coördineren van de samenwerking met andere instanties. Instanties waar je mee te maken hebt zijn:

Slide 7 - Diapositive

Samenwerken met andere instanties 2
- politie;

- geestelijke gezondheidszorg (ggz);
- andere instellingen voor dak- en thuislozen (waar een cliënt in het verleden 
   is geweest of waarmee jullie samenwerken);
- de dagbesteding;
- huisarts, tandarts;
- gemeente;
- reclassering;
- vrijwilligersorganisaties.






Slide 8 - Diapositive

Samenwerken met andere instanties 3
- Hoe de samenwerking er precies uitziet, verschilt sterk per instantie en ook 
   per regio. 
- In sommige regio’s is het gebruikelijk om bijvoorbeeld eens per maand een 
   gezamenlijk overleg te voeren. Dit om ervoor te zorgen dat je elkaar goed 
   weet te vinden en met elkaar kunt bedenken wat de beste manier is om 
   cliënten te helpen. 
- Er worden dan afspraken gemaakt over ieders taken en   
   verantwoordlijkheden.

Slide 9 - Diapositive

Politie
- De meeste dak- en thuislozen komen wel eens in aanraking met de politie. 
   Dit kan zijn vanwege diefstal, reizen zonder geldig vervoersbewijs of 
   bijvoorbeeld omdat ze ergens ‘rondhangen’ waar dat niet mag. 
- Als begeleider van dak- en thuislozen kom je hierdoor ook regelmatig in 
   contact met de politie.

- Het kan ook voorkomen dat je zelf de hulp van de politie moet inschakelen. 
   Bijvoorbeeld als een cliënt binnen de instelling voor problemen zorgt en 
   agressief is. Het kan dan nodig zijn om de politie te vragen om in te grijpen.

Slide 10 - Diapositive

Geestelijke gezondheidszorg
- Dak- en thuislozen met psychische en/of psychiatrische problemen 
   moeten hiervoor behandeld worden. 
- Deze zorg wordt geboden door een instelling in de geestelijke 
   gezondheidszorg (ggz).  
- Hier onderzoeken zij de psychische klachten van de cliënt en kunnen 
   eventueel een diagnose stellen. 
- Vervolgens zullen ze een behandelplan opstellen. De behandeling kan 
   bestaan uit het voorschrijven van een zinvolle dagbesteding, therapie en 
   medicatie.

Slide 11 - Diapositive

Wie onderzoeken de psychische klachten van de cliënt en kunnen
eventueel een diagnose stellen.
A
psychiater
B
psychiatrisch verpleegkundige
C
persoonlijk begeleider
D
gz-psycholoog

Slide 12 - Quiz

Geestelijke gezondheidszorg 2
- Als medewerker van een instelling voor dak- en thuislozen werk je vaak 
   samen met een ggz-instelling. 
- Je meldt een cliënt bijvoorbeeld bij de instelling aan en maakt (samen met 
   de cliënt) afspraken over wanneer en hoe vaak de cliënt naar de gz-
   psycholoog gaat.

Slide 13 - Diapositive

Geestelijke gezondheidszorg 3
- Het contact tussen de cliënt en de ggz is vertrouwelijk
    - Het is jou dus niet toegestaan om zonder toestemming van de cliënt 
       informatie over hem door  te geven aan anderen. 
- Toch zijn er situaties waarin het essentieel is dat er bepaalde informatie 
   wordt gedeeld. 
     - In de praktijk gebeurt dit door bijvoorbeeld een groepsgesprek te voeren 
        waarbij de cliënt, zijn begeleider en een medewerker van de ggz samen 
        aanwezig zijn.

Slide 14 - Diapositive

Is het jou toegestaan om vertrouwelijke informatie van je cliënt te delen?
A
JA
B
NEE

Slide 15 - Quiz

Reclassering
- Een deel van de dak- en thuislozen heeft in de gevangenis of in een huis 
   van bewaring gezeten. 
-  Wanneer ze hier weer uitkomen, worden ze een tijd lang gevolgd door de 
    reclassering. 
- De reclassering houdt in de gaten of de ex-gedetineerde zich aan de 
   afspraken houdt, bijvoorbeeld aan een gebiedsverbod.

Slide 16 - Diapositive

Wat doet de Reclassering?
A
Controleert of de ex-gedetineerde een vast inkomen heeft.
B
Controleert of de ex-gedetineerde een verblijfplaats heeft.
C
Controleert of de ex-gedetineerde geïntegreerd is in de maatschappij.
D
Controleert of de ex-gedetineerde zich aan de afspraken houdt.

Slide 17 - Quiz

Vrijwilligersorganisaties
Taken die vrijwilligers vaak verrichten zijn:

- samen koken met een cliënt;
- de weekopening: een overdenking of bezinning;
- cliënten met een busje vervoeren naar de dagbesteding;
- de straat opgaan om maaltijden te verstrekken.



Slide 18 - Diapositive

Wat is GEEN taak van een vrijwilliger?
A
Samen koken met de cliënt
B
Samen met de cliënt zijn financiën regelen
C
De straat op om maaltijden uit te delen
D
Cliënten met een busje vervoeren

Slide 19 - Quiz

Vrijwilligersorganisaties 2
- Vrijwilligers kunnen niet zomaar bij een instelling aan de slag. 
- Ze moeten hiervoor eerst solliciteren
    - De meeste instellingen hebben regelmatig vacatures voor vrijwilligers. 
- Een deel van de vrijwilligers is vroeger zelf dak- of thuisloos geweest. 
- Ook zijn er veel vrijwilligers die vanuit een kerkelijke instelling hun bijdrage 
   willen leveren aan de dak- en thuislozenopvang.

Slide 20 - Diapositive

Vrijwilligersorganisaties 3
Als beroepskracht is het je taak om vrijwilligers te werven en te begeleiden bij hun taken
De begeleiding bestaat vooral uit:
    - het vooraf inschatten van de mogelijkheden van de vrijwilliger en 
    - deze afstemmen met de activiteit die de vrijwilliger gaat doen. 
    - Achteraf evalueer je met de vrijwilliger hoe de activiteit is verlopen. 
Het aantal vrijwilligers dat actief is binnen een dak- en thuislozenopvang verschilt per instelling.

Slide 21 - Diapositive

Waaruit bestaat jouw begeleiding van vrijwilligers?

Slide 22 - Carte mentale

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 23 - Diapositive