weefsels

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

H2 Organen en cellen

Opstart

Thema 2

Lezen basisstof 1 en oefen al de organen

Cellen

• Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.
  
  
• Alles wat leeft bestaat uit cellen.
  
  
• Er zijn veel verschillende cellen.

Cellen van een ui (plant)

Cellen van een mens (dier)

Weefsel

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel.

Organen zijn opgebouwd uit weefsels

Organen bestaan uit weefsel.

Voorbeelden van weefsel zijn:

beenweefsel, spierweefsel en 

zenuwweefsel.

tussencelstof

In weefsel zit tussencelstof tussen de cellen. 

tussencelstof kan hard zijn of een vloeistof.

Tussencelstof

Botweefsel heeft stevige, harde tussencelstof

Spierweefsel heeft flexibele tussencelstof

Opdracht

Maak de test jezelf van basisstof 1,2 en 3

Van thema 2

Organen van mensen

Een orgaan: deel van een organisme dat een bepaalde taak uitvoert.

Bijvoorbeeld:

• De huid: beschermt het lichaam.
• Het hart: pompt bloed door het lichaam.

Orgaanstelsel

Organen werken samen aan een bepaalde taak. Deze organen zitten samen in een orgaanstelsel.

Welke orgaanstelsels ken je al?

Beenderstelsel

Zorgt voor stevigheid en bescherming 

van het lichaam.

Belangrijkste onderdelen:

• Schedel
• Rib
• Wervelkolom
• Dijbeen

Ademhalingsstelsel

Zorgt voor opname van zuurstof.

En dat koolstofdioxide uit het lichaam gaat

Belangrijkste onderdelen:

• Luchtpijp
• Bronchiën
• Longen

Bloedvatenstelsel

Vervoert bloed door het lichaam.

Belangrijkste onderdelen:

• Hart
• Aorta
• Holle ader

Spierstelsel

Zorgt ervoor dat je lichaam kan bewegen.

Belangrijkste onderdelen:

• Bicep
• Buikspier
• Dijspier

Verteringsstelsel

Zorgt ervoor dat voedsel verteert wordt.

Belangrijkste onderdelen:

• Slokdarm
• Lever
• Maag
• Dunne en dikke darm

Zenuwstelsel

Geeft signalen door in het lichaam.

Belangrijkste onderdelen:

• Hersenen
• Ruggenmerg
• Zenuwen

Organen van dieren

Organen van insecten