Hoofdstuk 6 herhalen

Hoofdstuk 6 herhalen
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 6 herhalen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociaal minimum
In Nederland krijgt iedereen het sociaal minimum. 
Dit is het geldbedrag wat je minimaal moet hebben om te leven.

Als je onder het sociaal minimum zit, dan wordt het aangevuld met een bijstandsuitkering.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Linda woont samen met haar vriend Cas. Linda en Cas verdienen samen € 1250. 

Bereken hoeveel uitkering Linda en Cas per maand moet krijgen om op het sociaal minimum te komen.
 
Sociaal minimum: € 387,30 × 52 ÷ 12 = € 1.678,30
Aanvullende uitkering: € 1.678,30 – € 1250 = € 428,30

Slide 3 - Diapositive

Uitwerking
1) Bereken eerst hoeveel zij per jaar ontvangen.
Stap 1: €387,30 x 52 weken = €20.139,60 sociaal minimum per jaar
Stap 2: € €20.139,60/ 100 x 15 = €3.020,94 (bovenop het sociaal minimum)
Stap 3: €20.139,60 +  €3.020,94 = €23.160,54 (verdienen zij per jaar)

2) Bereken hoeveel zij per maand ontvangen
 €23.160,54/12 = €1.930,05 (maandelijks inkomen)



Gemeentelijke belastingen
  •  Onroerende zaakbelasting (OZB)
  •  Afvalstoffenheffing
  •  Rioolheffing
  •  Hondenbelasting
  • Toeristenbelasting 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De overheden
Het Rijk 
Centrale overheid

De provincie
-indeling grondgebied
-infrastructuur (fietspaden)
Waterschap
Beheren het water in hun gebied
Gemeente
Op kleine schaal zorgen voor en uitvoeren van oa onderwijs, veiligheid etc
Lagere overheden

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Accijns en subsidie
Wil de overheid iets afremmen?


Wil de overheid iets stimuleren?
Accijns
Subsidie
Je betaald €
Je krijgt €

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Subsidie of accijns?
Wordt het daardoor duurder of goedkoper?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectieve goederen en diensten
Als je niet betaald kan je niet uitgesloten worden

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Voorbeelden collectieve goederen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzorgingsstaat
Een land als Nederland dat veel geld uitgeeft aan uitkeringen, gezondheidszorg, woningbouw en onderwijs heet een verzorgingsstaat.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volks en werknemersverzekeringen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sociale voorzieningen
Sociale voorzieningen zijn uitkeringen die de overheid betaalt met belastinggeld.

Bekende voorbeelden zijn de kinderbijslag, bijstandsuitkering en huurtoeslag.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Directe- en indirecte belastingen
Directe belastingen betaal je rechtstreeks aan de overheid
  • loonbelasting
  • Winstbelasting (bedrijven)


Indirecte belastingen (kostprijsverhogende belastingen)
Deze betaal je via de winkelier --> winkelier draagt deze belasting aan overheid af
  • accijns
  • btw
                          













Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet-belastingontvangsten
  • Alle inkomsten van de overheid die niet via de belasting binnenkomen heten niet-belastingontvangsten: 
  • Aardgaasbaten -> verkoop van aardgas
  •  Winst uit staatsbedrijven -> KLM
  •  Boetes -> fout parkeren
     

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Miljoenennota
Toelichting op de rijksbegroting

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Begrotingsoverschot: 
  • Begrotingstekort: 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staatsschuld
De schuld van de overheid doordat de overheid geld leent als er een begrotingstekort is.
Ook wel overheidsschuld. Hierover betaalt de overheid rente.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Collectieve en particuliere sector

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Particuliere sector en collectieve sector.

- De particuliere sector wil graag winst behalen en behoort niet tot de overheid.
- De collectieve sector behoort tot de overheid en hoeven geen winst te behalen.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions