Samenhang - 16 maart

Samenhang: lezen en schrijven
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Samenhang: lezen en schrijven

Slide 1 - Diapositive

BIJ DE SNACKBAR
Ik ging naar de snackbar en bestelde [..1..] een mexicano. [..2..] vroeg ik om extra pindasaus. Maar nog [..3..] ik die pindasaus kreeg, zag ik een rat onder de frituur wegschieten. Ik kreeg [..4..] geen hap meer door mijn keel, [..5..] ben ik zonder te betalen vertrokken.
OPDRACHT
  • Vul de ontbrekende signaalwoorden in
  • Kies signaalwoorden die een tijdsverband aangeven
  • Maak logische zinnen

Zo breng je samenhang aan!

Slide 2 - Diapositive

BIJ DE SNACKBAR
Ik ging naar de snackbar en bestelde [..1..] een mexicano. [..2..] vroeg ik om extra pindasaus. Maar nog [..3..] ik die pindasaus kreeg, zag ik een rat onder de frituur wegschieten. Ik kreeg [..4..] geen hap meer door mijn keel, [..5..] ben ik zonder te betalen vertrokken.

Slide 3 - Diapositive

BIJ DE SNACKBAR
Ik ging naar de snackbar en bestelde [..1..] een mexicano. [..2..] vroeg ik om extra pindasaus. Maar nog [..3..] ik die pindasaus kreeg, zag ik een rat onder de frituur wegschieten. Ik kreeg [..4..] geen hap meer door mijn keel, [..5..] ben ik zonder te betalen vertrokken.
BIJ DE SNACKBAR
Ik ging naar de snackbar en bestelde eerst een mexicano. Vervolgens vroeg ik om extra pindasaus. Maar nog voordat ik die pindasaus kreeg, zag ik een rat onder de frituur wegschieten. Ik kreeg daarna geen hap meer door mijn keer, uiteindelijk ben ik zonder te betalen vertrokken.

Slide 4 - Diapositive

Samenhang
Opbouw van een alinea 
> signaalwoorden

Opbouw van een tekst 
> tekststructuur


Inleiding + tijd, argument, etc.

Slide 5 - Diapositive

Samenhang - Tekststructuren
  • vraag-antwoordstructuur
  • aspectenstructuur
  • verleden-heden-toekomststructuur
  • verklaringsstructuur
  • probleem-oplossingstructuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • argumentatiestructuur

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat voor een soort tekst kan je bij deze opdracht het best schrijven?
A
Uiteenzetting
B
Betoog
C
Tekst voor een folder

Slide 8 - Quiz

Wat is dan het hoofddoel van deze tekst? (wat wil de tekst)
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 9 - Quiz

Welke tekststructuur ligt er dan voor de hand?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Verleden-heden-toekomststructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Probleem-oplossingsstructuur

Slide 10 - Quiz

1. Er is de laatste tijd discussie over de vraag of energydrink niet verboden zou moeten worden. Terwijl: het is dé manier om ’s ochtends wakker te worden. Nadeel is dat het nogal ongezond is. Al met al weet ik nog niet zo zeker of er een verbod moet komen.

2. Wanneer is het frikandelbroodje uitgevonden? Dat is uitgevonden door een Duitser, Friedrich Schnutzke. Hij bedacht dat je een frikandel in een broodje kan verkopen. Kortom: het is een Duitse uitvinding.

3. Ook dit jaar werden er weer meer fatbikes, Van Moofs en Stella’s verkocht: elektrische fietsen. Vroeger zag je alleen ouderen op damesfietsen met een motortje puffen. Maar tegenwoordig rijdt de halve stad op zo’n ding. Waarschijnlijk zie je binnen tien jaar geen enkele normale fiets meer. Ja ja, wat gaat de tijd toch snel.

Slide 11 - Diapositive

1. Er is de laatste tijd discussie over de vraag of energydrink niet verboden zou moeten worden. Terwijl: het is dé manier om ’s ochtends wakker te worden. Nadeel is dat het nogal ongezond is. Al met al weet ik nog niet zo zeker of er een verbod moet komen.
Voor- en nadelenstructuur

2. Wanneer is het frikandelbroodje uitgevonden? Dat is uitgevonden door een Duitser, Friedrich Schnutzke. Hij bedacht dat je een frikandel in een broodje kan verkopen. Kortom: het is een Duitse uitvinding.
Vraag-antwoordstructuur

3. Ook dit jaar werden er weer meer fatbikes, Van Moofs en Stella’s verkocht: elektrische fietsen. Vroeger zag je alleen ouderen op damesfietsen met een motortje puffen. Maar tegenwoordig rijdt de halve stad op zo’n ding. Waarschijnlijk zie je binnen tien jaar geen enkele normale fiets meer. Ja ja, wat gaat de tijd toch snel.
Tijdsstructuur


Slide 12 - Diapositive

Laatste vragen
1. Noem drie verschillende soorten tekststructuren
2. 

Slide 13 - Diapositive