5.1 Ontwikkelingslanden

5.1 Ontwikkelingslanden
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 5 min

Éléments de cette leçon

5.1 Ontwikkelingslanden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Uitleg 5.1
  • Maken opdrachten 5.1 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.1 Kennen / kunnen
Begrippen
  • Ontwikkelingsland
  • Analfabeet
  • Nationaal inkomen per hoofd van de bevolking
  • Nationaal inkomen
  • Ondervoeding
  • Infrastructuur

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nationaal inkomen


Het nationaal inkomen zijn alle inkomens van de inwoners van ons land bij elkaar opgeteld.



Nationaal inkomen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nationaal inkomen vb
Deel alle inkomsten van je klasgenoten door de hoeveelheid leerlingen. Dan weet je het gemiddelde klasgemiddelde. Dit is in feiten hetzelfde. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkomen per hoofd van de bevolking
Nationaal inkomen Nederland : € 812 miljard
Nederland heeft 17 miljoen inwoners


Inkomen per hoofd van de bevolking =
nationaal inkomen : aantal inwoners

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken ontwikkelingslande: 1. veel armoede
2. Veel landbouw

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

250.000 mensen in Nederland zijn analfabeet

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Monnikenwerk
Schrijven 

Rest van de mensen analfabeet



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ondervoeding
  • Onvoldoende voeding
  • Eenzijdige voeding (bijv. alleen rijst, dan mis je veel voedingsstoffen).  

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Infrastructuur
Wat heeft infrastructuur te maken met het wereldvoedselprobleem? 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Infrastructuur, ook
  • ICT-infrastructuur (www)

Slide 12 - Diapositive

Relatieve ligging verandert
2. Relatieve afstand krimpt
3. Grenzen verdwijnen
Deze vorm van 
infrastructuur is een...
Infrastructuur?

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken ontwikkelingslanden
- laag nationaal inkomen per hoofd van de bevolking
- analfabetisme
- ondervoeding
- slechte gezondheidszorg
- lage leeftijdsverwachting
- slechte infrastructuur
- immigratie naar rijke landen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een analfabeet is iemand die:
A
Kan lezen en schrijven
B
niet kan lezen
C
Het alphabet niet kan opnoemen
D
niet kan lezen en schrijven

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent de infrastructuur?

De stad heeft een uitgebreide infrastructuur.


A
het totaal aantal mensen dat samenwerkt binnen een organisatie
B
de hoeveelheid geld die nodig is om een samenleving goed te laten functioneren
C
de voorzieningen die nodig zijn om goederen en informatie te verspreiden

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn ontwikkelingslanden?
A
Rijke landen
B
Arme landen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ondervoeding?
A
Te weinig voedingsstoffen in het lichaam
B
Te weinig eiwitten in het lichaam krijgen
C
Hongersnood

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions