Basiswoordenschat 1-2-3-4
1 / 40
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
verkeerslicht =
Slide 2 - Question ouverte
spoorweg =
Slide 3 - Question ouverte
speelgoed winkel =
Slide 4 - Question ouverte
rechtdoor =
Slide 5 - Question ouverte
bril =
Slide 6 - Question ouverte
groenteboer =
Slide 7 - Question ouverte
op de fiets
Slide 8 - Question ouverte
veel lawaai =
Slide 9 - Question ouverte
paraplu =
Slide 10 - Question ouverte
vrieskoud =
Slide 11 - Question ouverte
bewolkt =
Slide 12 - Question ouverte
nietmachine =
Slide 13 - Question ouverte
dat is jammer =
Slide 14 - Question ouverte
half elf =
Slide 15 - Question ouverte
perziken =
Slide 16 - Question ouverte
blokfluit =
Slide 17 - Question ouverte
met een creditcard betalen
Slide 18 - Question ouverte
gitaar spelen =
Slide 19 - Question ouverte
tijdsverspilling =
Slide 20 - Question ouverte
trottoir (stoep)
Slide 21 - Question ouverte
kerk =
Slide 22 - Question ouverte
zwembad =
Slide 23 - Question ouverte
armband =
Slide 24 - Question ouverte
trainingspak =
Slide 25 - Question ouverte
vijf voor drie =
Slide 26 - Question ouverte
eergisteren =
Slide 27 - Question ouverte
naar het buitenland gaan =
Slide 28 - Question ouverte
schoolhoofd =
Slide 29 - Question ouverte
rijtjeshuis =
Slide 30 - Question ouverte
Austria =
Slide 31 - Question ouverte
neighbourhood =
Slide 32 - Question ouverte
cardigan =
Slide 33 - Question ouverte
mansions =
Slide 34 - Question ouverte
banknotes =
Slide 35 - Question ouverte
living room =
Slide 36 - Question ouverte
shopkeeper =
Slide 37 - Question ouverte
quickly =
Slide 38 - Question ouverte
to count =
Slide 39 - Question ouverte
chair =