present continuous

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Test your self nr.2

In deze les ga je jezelf testen op kennis en kunde over grammatica 9, (Tegenwoordige tijd en Duurvorm van de tegenwoordige tijd) blz. 71 van hoofdstuk 4 Stepping Stones. Dit is de voorbereiding voor de toets van hoofdstuk 4 

Tegenwoordige tijd

 (present simple) 

of 

 de Duurvorm van de tegenwoordige tijd

 (present continuous)?

)

De shit-regel hoort bij?

1. Present Simple
2. Present Continuous

Jimmy ___ to play games.

1. like
2. likes

You ___ in Holland

1. live
2. lives

It never ___ in Alphen aan den Rijn

1. rain
2. rains

Welke zin staat in de duurvorm van de tegenwoordige tijd?

1. They play football in the garden.
2. Vegetarians don't eat meat.
3. I get up.
4. They are playing football in the garden.

Maak de zin compleet in de duurvorm van de tegenwoordige tijd:
She never ___ her homework.

1. do
2. is doing
3. are doing
4. does

Maak de zin compleet in de duurvorm van de tegenwoordige tijd:
Why ___ for vacation?

1. are we leaving
2. are we leave
3. we leaving
4. we leave

De "sleutel"
Am,are of is + werkwoord + ing
hoort bij de

1. tegenwoordige tijd
2. de verleden tijd
3. de duurvorm van de tegenwoordige tijd
4. de duurvorm van de verleden tijd

Maak de zin compleet in de duurvorm van de tegenwoordige tijd:
Look! The birds ___ away!

1. fly
2. flying
3. are fly
4. are flying

Maak de zin in de duurvorm van de tegenwoordige tijd:

We ___ to the pub right now.

1. go
2. are going
3. are go
4. going

Maak de zin in de duurvorm van de tegenwoordige tijd:

Listen! The birds ___ a song!

1. sing
2. singing
3. are sing
4. are singing

Maak de zin in de tegenwoordige tijd:

Our teacher always ___
the grammar.

1. explains
2. is explain
3. explaining
4. is explaining

Choose the Present Continuous.

When ___ for vacation?

1. are we leaving
2. are we leave
3. we leaving
4. we leave

Wat is de juiste vertaling van de volgende zin:
Hij was aan het gamen toen wij kwamen.

1. He was gaming when we arrived.
2. He games when we arrived.
3. He is gaming when we arrived.
4. He gamed when we arrived.