Examentraining 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Eindexamentraining

Belangrijk:

• elke woensdagmiddag om 15.15 uur op school in lokaal S2;
• als je klachten hebt, volg je de training in TEAMS;
•  neem pen en papier mee;
• actieve werkhouding;
• meld je af als je niet komt.

Eindexamen Nederlands

Oefenexamen inhalen:

Dinsdag 13 april om 13.30

Hoofdstuktoets herkansen:

Donderdag 15 april in de les.

Zo ziet je examen eruit:

Deel 1: Leesvaardigheid > teksten met vragen

Deel 2: Luistervaardigheid > kijken/luisteren

Deel 3: Schrijfvaardigheid > zakelijk schrijven

Deel 1: Leesvaardigheid

Teksten met vragen

Tips:

• Lees de vragen zorgvuldig en bedenk wat er van jou gevraagd wordt. Geef alleen antwoord op de vraag die gesteld wordt. Controleer of je echt antwoord hebt gegeven op de vraag.
• Schrijf altijd iets op bij een open vraag en kies altijd een antwoord bij een meerkeuzevraag!
  
• Bij meerkeuzevragen kies je maar 1 antwoord, tenzij erbij staat dat je er meer moet kiezen. Bij een open vraag waar je twee dingen moet invullen, vul je er twee in en niet drie of vier.
  
• Ga bij meerkeuzevragen uit van wat er letterlijk in de tekst staat. Bedenk eerst zelf je antwoord en kijk dan welk antwoord er het meeste bij in de buurt komt.
  
• De vragen worden op volgorde gesteld. De laatste vraag van een tekst zal dus niet snel over het begin van de tekst gaan en andersom. Zo weet je ongeveer waar je in de tekst moet zoeken.

Deze vragen zitten er sowieso in:

- Welk tussenkopje hoort bij welke alinea?;

- Wat is de functie van alinea ... t.o.v. alinea ...?;

- Citeer uit alinea .. de zin die duidelijk maakt dat …;

- Zeg in eigen woorden ...;

- De hoofdgedachte van een tekstgedeelte;

- Standpunt en argumenten van een persoon;

- Hoofdgedachte van de hele tekst;

- Wat is het schrijfdoel en wat is de tekstsoort?.

feit, mening, argument, conclusie

Feit, mening, argument of conclusie?

Tekstdoelen

De schrijver van een tekst heeft altijd een doel. Dit noemen we het tekstdoel.

Dat betekent: het doel van de tekst.

Tekstverbanden

Tekstverbanden:

Opsomming

Tegenstelling

Reden

Voorbeeld

Oorzaak-gevolg

Middel-doel

Voorwaarde

Conclusie

Deel 3: Schrijfvaardigheid

Zakelijk schrijven:

zakelijke e-mail/ zakelijke brief/ artikel.

Hoe pak je zo'n schrijfopdracht aan?

1. Lees de tekst die boven de opdracht staat;
   
2. Lees dan de opsomming die bij de opdracht hoort;
   
3. Deel de opsomming in drie delen in: inleiding, middenstuk, slot;
   
4. Bepaal welke onderdelen van de opsomming je uit de tekst erboven kunt halen;
5. Vink de dots uit de opsomming af als je een onderdeel in je tekst hebt beschreven;
   
6. Controleer of je alle onderdelen hebt beschreven;
   
7. Controleer de opbouw van je tekst;
   
8. Controleer of je de witregels op de juiste plek hebt;
   
9. Controleer je spelling: werkwoordspelling, samenstellingen, hoofdletters, etc;
   
10. Controleer je formulering: als/dan, juiste verwijswoorden, geen weglatingen, etc.;
    
11. Controleer je interpunctie: leestekens – punten, komma’s, vraagtekens, uitroeptekens op de juiste plek.

Lever in!

Artikel

Titel;

inleiding;

middenstuk (elk deelonderwerp een aparte alinea);

slot;

naam, klas, school.

Een zakelijke e-mail 

Zakelijke brief

Een zakelijke brief schrijf je aan iemand die je niet persoonlijk kent.

Ook kun je een zakelijke brief schrijven aan een bedrijf, winkel, stichting, vereniging of een ander instituut.

Een zakelijke brief is altijd formeel van toon.

Schrijfdoelen en tekstsoorten

Zelf oefenen!

Meld je aan op Eindexamensite.nl;

Voeg jezelf toe aan de klas door middel van een link of code;

Maak Oefentoets NL op eindexamensite.nl.

Link: https://eindexamensite.nl/join_class?group_code=MATEA

Code invullen bij "mijn leraren": MATEA