voedingstoffen

Lesdoel
1: verschil kunnen uitleggen tussen voedingsmiddel & voedingsstof
2. functie van de 6 voedingstoffen & voedingsvezel kennen
3. voedingsmiddelen kennen waarin voedingsstof veel aanwezig is
4. in tweetal geleerde kennis in schema zetten(=conceptmap). 
op A3 papier,  +/_ 15 minuten

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel
1: verschil kunnen uitleggen tussen voedingsmiddel & voedingsstof
2. functie van de 6 voedingstoffen & voedingsvezel kennen
3. voedingsmiddelen kennen waarin voedingsstof veel aanwezig is
4. in tweetal geleerde kennis in schema zetten(=conceptmap). 
op A3 papier,  +/_ 15 minuten

Slide 1 - Diapositive

Voedingsmiddel & voedingsstof
voedingsmiddel = alles wat je eet en drinkt.
voedingsstof = een bruikbaar bestanddeel van een voedingsmiddel: vitamine, mineralen, 
water, vetten, koolhydraten, eiwitten, voedingsvezels

Slide 2 - Diapositive

Vitamine
  • Bouwstoffen, beschermende stoffen
  • Als je normaal gezond eet krijg je genoeg vitaminen binnen
  • Te veel/weinig vitamine kun je ziek van worden.

Slide 3 - Diapositive

Mineralen
  • Ook wel zouten genoemd
  • Calcium (melk, goed voor botten)
  • Magnesium en IJzer (vlees, goed voor spieren
  • Beschermende stoffen, maar ook bouwstoffen

Slide 4 - Diapositive

Water
  • Lichaam bevat 60% uit water
  • Bouwstof
  • vervoer van stoffen door het lichaam

Slide 5 - Diapositive

Vetten
  • Brandstof, bouwstof, reservestof
  • Bij te veel wordt het opgeslagen in het lichaam.
  • rondom de organen, maar ook onder de huid

Slide 6 - Diapositive

Koolhydraten
  • Brandstof
  • Suikers, zetmeel en glycogeen
  • Te veel wordt omgezet in vet.

Slide 7 - Diapositive

Eiwitten
  • Bouwstoffen
  • Vorming van celplasma
  • Opbouw van spieren
  • Eiwitten kunnen omgezet worden in vet.

Slide 8 - Diapositive

voedingsvezels
  • Zitten vooral in groenten en fruit.
  • Zorgen voor een vol gevoel
  • Is nodig voor een goede darmwerking

Slide 9 - Diapositive

Beschermende stoffen

  • Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt

Slide 10 - Diapositive

welke voedingsstoffen zijn bouwstoffen
A
Eiwitten
B
Groente
C
Vezels
D
Zuivel

Slide 11 - Quiz

Welk van de onderstaande voedingsstoffen is geen koolhydraat?
A
Vet
B
Zetmeel
C
Suiker
D
Glucose

Slide 12 - Quiz

Alle voedingsstoffen zijn........
A
brandstoffen
B
reservestoffen
C
bouwstoffen
D
beschermende stoffen

Slide 13 - Quiz

Wat zijn eiwitten, koolhydraten vetten en vitamines?
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
C
Enzymen
D
Mineralen

Slide 14 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn energierijke stoffen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten
C
vetten
D
eiwitten

Slide 15 - Quiz

Maken: mind-map van de 6 voedingstoffen & voedingsvezel(naam, functie en voedingsmiddelen waar voedingsstof vooral veel in zitten). 
Tijd: 15 minuten
Hoe: op A3-papier
werkvorm: zelfstandig in tweetallen
Hulpmiddel: tekst thema 2 b-stof 1
opdracht klaar? = maak foto's van resultaat ander groepje.

Slide 16 - Diapositive