Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 15 min
Instructions
lesdoelen
Je weet wat indexcijfers zijn en waarvoor ze gebruikt worden. Je kunt rekenen met indexcijfers. Je weet wat het consumentenprijsindexcijfer is en kunt dit berekenen.
Éléments de cette leçon
INDEXCIJFERS
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Indexcijfer
Een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip. Dit afgesproken tijdstip noem het het basisjaar en krijgt het indexcijfer 100.
Slide 3 - Diapositive
Indexcijfer bereken
Het jaar waar je vanuit gaat is het BASISJAAR (100)
Nieuwe indexcijfer = nieuw getal : getal in basisjaar x 100
VOORBEELD:
De prijs van een t-shirt was in 2010 € 12,50 (basisjaar) en in 2015 € 14,75. Bereken het indexcijfer van 2015.
>> € 14,75 : € 12,50 x 100 = 118 (indexcijfer)
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Consumentenprijsindex
Stappen om het cpi te berekenen:
Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.
Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.
Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen
Je uitkomst is het consumentenprijsindexcijfer.
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Vidéo
Wat heb je geleerd?
Slide 9 - Diapositive
Wat is het indexcijfer van 2015?
A
90
B
91
C
92
D
93
Slide 10 - Quiz
Wat is het indexcijfer van 2016?
A
101
B
102
C
103
D
104
Slide 11 - Quiz
Jonah is leraar. Hij verdient in het basisjaar € 3.000 per maand. In het nieuwe jaar verdient hij € 3.300 per maand.