20220316 VEZO321AH niveau 3 leerjaar 1 woordenschat 2v5

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

VEZO321AH

16 maart 2022

Planning VEZO321AH

1. TOETS 1: LEZEN: 07-10-2021
2. TOETS 2: WERKWOORDSPELLING: 02-12-2021 & 09-12-2021
3. TOETS 3: SCHRIJVEN: 03 februari (herkansing 16 februari 2022)
4. TOETS 4: PRESENTATIE: mei en juni 2022

Planning VEZO321AH

1. TOETS 1: LEZEN: 07-10-2021
2. TOETS 2: WERKWOORDSPELLING: 02-12-2021 & 09-12-2021
3. TOETS 3: SCHRIJVEN: 03 februari (herkansing 16 februari 2022)
4. TOETS 4: PRESENTATIE: mei en juni 2022

16-03: Terugblik:

10-03: Zelfwerktijd: 

Contextzinnen - oefening 1

1. Per maand houd ik netto ongeveer 100 euro over om te sparen.
2. De Japanse vechtsporter gebruikte allerlei gecompliceerde hand- en voetbewegingen om zijn tegenstander uit te schakelen.
3. ‘Je kunt Anita vandaag beter mijden,’ zei haar broertje lachend, ‘ze is weer eens met het verkeerde been uit bed gestapt.’
4. Er circuleren geruchten dat de minister vandaag zijn verwachte aftreden bekend zal maken.
5. Wat een egoïstisch mannetje is die Arjan: hij helpt nooit mee met opruimen en deelt zijn snoep nooit uit.
6. ‘Zie je wel dat ik gelijk heb!’, schreeuwde de minister-president na het verhitte debat. 
7. Mijn manager schuift graag vervelende klussen op mij af en noemt dat dan delegeren. 
8. Iedere deelnemer aan dat congres kreeg een kaartje met zijn naam erop.
9. Zo’n groot probleem moet je niet regionaal, maar landelijk oplossen.
10. Dankzij ons kiesrecht kunnen wij zelf bepalen wie er in Nederland aan de macht komt.
11. Volgens mij heeft de maker van dat abstracte kunstwerk niet langer dan vijf minuten gedaan over het maken ervan.
12. Door accuraat te werken voorkwam Theo dat hij fouten maakte.

10-03: Zelfwerktijd:

Contextzinnen - oefening 2

1. In dit genre wordt Carlos als één van de beste gitaristen van de wereld beschouwd.
2. België is een federatie  waarin Vlaanderen en Wallonië evenveel te zeggen hebben.
3. Anouar stak achteloos zijn duim omhoog na zijn zevende doelpunt van de wedstrijd.
4. Een sergeant is ondergeschikt aan een luitenant.
5. Door de fusie tussen de drie bedrijven ontstond het grootste staalbedrijf ter wereld.
6. Met een ruwe interruptie beëindigde Alex het gesprek tussen Remco en Elise.
7. Als u nú belt, krijgt u vrijblijvend een kennismakingspakket toegestuurd.
8. Dat hij uiteindelijk toch weer de honderd meter vrije slag won, was vooral de verdienste verdienste van zijn trainer.
9. Die verwarde rechter is volgens mij niet competent meer.
10. Welvaart is een betrekkelijk begrip als je die van ons vergelijkt met die van Afrika.
11. Mijn zus bleek immuun te zijn voor dit zeer besmettelijke griepvirus.
12. De regering besloot weer eens de accijns op tabaksproducten te verhogen.

10-03: Zelfwerktijd:

Contextzinnen - oefening 3

1. De dynamische rugbyspeler is veel te snel en te sterk voor zijn tegenstanders.
2. ‘Als asielzoeker heb ik altijd verwantschap gevoeld met onderdrukte indianen in Amerika’, zei de vluchteling uit Soedan.
3. Als je efficiënt met je geld omgaat, kun je volgende maand deze nieuwe MP3-speler kopen.
4. Voor de meeste mensen zijn alle pinguïns identiek, maar een kenner ziet wel degelijk verschil.
5. Peter suggereerde dat het misschien een goed idee was om wat minder hard te schreeuwen.
6. Om de Tour de France te winnen, heb je behalve kracht en doorzettingsvermogen, vooral een goede strategie nodig. 
7. Hij wil de koop ontbinden, omdat de gekochte tv het niet doet.
8. Vanuit het perspectief van de werknemers begrijp ik de staking wel, maar hun acties keur ik af.
9. ‘Nee mevrouw, dan moet u bij het departement van Binnenlandse Zaken zijn.’
10. Dit is nog maar een prototype: de definitieve versie ziet er veel mooier uit.
11. Elke zaterdagochtend samen vissen, zorgt voor een goede verstandhouding tussen vader en zoon.
12. Nadat Ben ging werken bij een instituut voor Ingewikkelde Oplossingen is het nooit meer goed met hem gekomen.

10-03: Zelfwerktijd:

Contextzinnen - oefening 4

1. Nadat Annemarie haar huishoudelijke taken verricht had, dronk zij een kopje thee.
2. Hans had gereageerd op een vacature voor oogspecialist en hij was aangenomen.
3. Het beeld dat de gezette man van zichzelf heeft, is duidelijk een illusie. 
4. Deze professor is een autoriteit op het gebied van wiskunde.
5. Als ons bedrijf toen wat meer in marketing had geïnvesteerd, was ons merk nu veel bekender geweest.
6. Ik ben het in beginsel niet eens met de bewering dat alles in de wereld alleen maar slechter gaat.
   
7. Dat Maarten niet bepaald materialistisch is ingesteld, blijkt wel uit het feit dat hij veel geld aan goede doelen geeft.
8. De scheikundige wilde zijn vondst perfectioneren zodat die de volgende keer niet meer zou ontploffen.
9. Wolkenkrabbers zijn vooral imposant als je ze vanaf de stoep vlak voor de ingang bekijkt.
10. Van rechters wordt verwacht dat zij een objectief vonnis vellen.
11. ‘De opbrengst is nihil,’ zei de visser, ‘kijk maar in mijn netten: niks, noppes, nada!’
12. De militairen simuleerden een oorlogssituatie door midden op de Veluwe rookbommen naar elkaar te gooien.

16-03: Lesdoel

• Woordenschat 2v5: contextzinnen.

België is een ..................... waarin Vlaanderen en Wallonië evenveel te zeggen hebben.

1. budget
2. accijns
3. essentie
4. federatie

Mijn zus bleek ............. te zijn voor dit zeer besmettelijke griepvirus.

1. autoritair
2. immuun
3. lokaal
4. daadkrachtig

Dankzij zijn onverwachte hulp is Rick flink in mijn ................. gestegen.

1. achting
2. diversiteit
3. prioriteit
4. aspect

Met valse berichtgeving ................ de dictator de stemming onder zijn bevolking.

1. reduceerde
2. constateerde
3. manipuleerde
4. meed

De mobiele eenheid werd .................. met een grote groep gewelddadige demonstranten.

1. geconfronteerd
2. ontbonden
3. beaamd
4. gecompenseerd

Die leraar is de enige die ik ken die deze ...............wiskundeproblemen simpel kan uitleggen.

Tekst

1. vrijblijvende
2. ondergeschikte
3. complexe
4. subjectieve

Als u nú belt, krijgt u ...................... een kennismakingspakket toegestuurd.

1. accuraat
2. gecompliceerd
3. vrijblijvend
4. relevant

De wedstrijd werd sterk beïnvloed door het ................ oordeel van de scheidsrechter om een penalty te geven

1. autoritaire
2. circa
3. actuele
4. subjectieve

Wie geen klappen kan …......….. , moet beslist geen bokser worden.

1. incasseren
2. perfectioneren
3. reduceren
4. uitweiden

‘Als u een ................. van de rekening wilt hebben, dan kunt u deze telefonisch aanvragen.'

1. aspect
2. debat
3. fractie
4. specificatie

Omdat ik mijn tekst niet meer wist toen ik op het podium stond, moest ik...................

1. improviseren
2. suggereren
3. uitweiden
4. imponeren

Op .................... van Agnes besloot de hele klas zich ziek te melden.

1. federatie
2. initiatief
3. lectuur
4. beginsel

De twee dominees voerden aan tafel een ........................ discussie over het juiste gebed voor het avondeten.

1. variabele
2. betrekkelijke
3. fundamentele
4. identieke

Dankzij zijn onverwachte hulp is Rick flink in mijn ......................... gestegen.

1. diversiteit
2. achting
3. prioriteit
4. aspect

De regering besloot weer eens de …………….. op tabaksproducten te verhogen.

1. vooroordeel
2. accijns
3. affiniteit
4. debat

Door zijn maten te verraden, kreeg de gevangene diverse ............... , hij mocht bijvoorbeeld als enige een televisie in zijn cel.

1. autoriteiten
2. strategieën
3. privileges
4. media

Als ons bedrijf toen wat meer in ...................... had geïnvesteerd, was ons merk nu veel bekender geweest.

1. welvaart
2. marketing
3. privilege
4. verdienste

‘Nee mevrouw, dan moet u bij het …....………… van Binnenlandse Zaken zijn.’

1. departement
2. prototype
3. intonatie
4. initiatief

Nederlanders genieten het …………………… dat ze in veel landen zonder visum mogen reizen.

1. pleonasme
2. index
3. accijns
4. voorrecht

Dat Mounir elke ochtend een broodje voor die zwerver koopt, is een …………… daad.

1. tegendraadse
2. regionale
3. neutrale
4. nobele

Zo’n groot probleem moet je niet ..........., maar landelijk oplossen.

1. operationeel
2. materialistisch
3. regionaal
4. universeel

De busmaatschappij heeft het tarief voor het reizen buiten de spits ................ tot de helft van het normale tarief.

1. uitgeweid
2. gemanipuleerd
3. gereduceerd
4. geanalyseerd

Volgens veel mensen is de ................. van de minister voor Wonen, Wijken en Integratie op het terugsturen van asielzoekers veel te streng.

1. visie
2. initiatief
3. interruptie
4. perspectief

Als je ...................... met je geld omgaat, kun je volgende maand een nieuwe telefoon kopen.

1. incidenteel
2. vrijblijvend
3. efficiënt
4. autoritair

Het scheelde maar een ............. , maar de brommer wist ongeschonden over het kruispunt te razen.

1. fractie
2. prototype
3. pleonasme
4. motief

De verzekeringsmaatschappij besloot alle geleden waterschade te ....................

1. ontbinden
2. arceren
3. accentueren
4. compenseren

Een zwangerschap .................. veel van een vrouw en daarom moet ze regelmatig een dutje doen.

1. reduceert
2. vergt
3. pleit
4. arceert

Volgens mij heeft de maker van dat ....................... kunstwerk niet langer dan vijf minuten gedaan over het maken ervan.

1. voormalige
2. chronologische
3. monotone
4. abstracte

Hans’ ......................... op de minister-president die een broodje haring eet, is onvergetelijk.

1. accijns
2. hoogmoed
3. parodie
4. vacature

Omdat ik niet in Nederland ben tijdens de verkiezingen, heb ik mijn broer een ......................... gegeven om voor mij te stemmen.

1. machtiging
2. recensie
3. akte
4. specificatie

Mijn vader zit vaak in het buitenland omdat hij een ...................... functie vervult voor onze overheid

1. diplomatieke
2. betrekkelijke
3. universele
4. voormalige

Vanuit het ...................... van de werknemers begrijp ik de staking wel, maar hun acties keur ik af.

1. beginsel
2. aspect
3. privilege
4. perspectief

Welvaart is een ............... begrip als je die van ons vergelijkt met die van Afrika.

1. inferieur
2. betrekkelijk
3. stereotiep
4. globaal

Als je gokt, moet je het verlies van je geld wel ......

1. compenseren
2. improviseren
3. incalculeren
4. mijden

Veel Amerikanen hebben een ............ voorstelling van de Nederlander: loopt op klompen en heeft blond haar en blauwe ogen.

1. imposante
2. nobele
3. accurate
4. stereotiepe

16-03: Zelfwerktijd

Studiemeter > 

Via Starttaal online > 

2F > 

Woordenschat > 

Contextzinnen >

oefening 5 t/m 8

16-03: Terugblik

• Woordenschat 2v5: contextzinnen.