DISK thema 2 taak 1. E-mail schrijven NT2 A1

Een e-mail schrijven
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Een e-mail schrijven

Slide 1 - Diapositive

e-mail schrijven
Vandaag leer je hoe je een e-mail moet schrijven.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je na deze les? 
  • Ik weet hoe ik een e-mail kan beginnen.
  • Ik weet hoe ik een e-mail kan afsluiten.
  • Ik kan een e-mail schrijven met een goed begin en een goed einde.
  • Ik kan een klasgenoot helpen met zijn e-mail door te vertellen wat goed in de mail is.
  • Ik kan een klasgenoot helpen met zijn e-mail door te vertellen wat niet goed in de mail is.

Slide 3 - Diapositive

Heb je al eens een e-mail verstuurd?
A
JA
B
NEE

Slide 4 - Quiz

Naar wie heb je weleens een e-mail gestuurd?

Slide 5 - Question ouverte

Is dit een goede e-mail?
Yooooo Matla,

Morgen ben ik ff naar de tandarts. 

Laterzzzz 

Slide 6 - Diapositive

Yooooo Matla,
Morgen ben ik naar de tandarts.
Laterzzzz Eva
A
Dit is een goede mail.
B
Dit is geen goede mail.

Slide 7 - Quiz

Hallo mevrouw Matla,
Morgen het 1e uur ben ik afwezig.
Groetjes Eva
A
Dit is een goede e-mail.
B
Dit is geen goede e-mail.

Slide 8 - Quiz

E-mail schrijven
Bovenaan de e-mail schrijf je het e-mailadres
Bovenaan de e-mail schrijf je het onderwerp

Begin met: Beste......,
Schrijf op waarom je mailt.
Geef informatie.
Eindig met: Groetjes ....eigen naam.....

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

BELANGRIJK
LEES DE OPDRACHT

Naar wie schrijf je de e-mail?
 
Wat moet er in de e-mail staan?

Slide 11 - Diapositive

Bovenaan de e-mail schrijf je
A
jouw e-mailadres
B
het e-mailadres van de persoon naar wie je schrijft
C
Beste

Slide 12 - Quiz

Een e-mail begin je met
A
Yo
B
Groetjes
C
Beste

Slide 13 - Quiz

Een e-mail eindig je met
A
Beste
B
Doei
C
Groetjes

Slide 14 - Quiz

Opdracht
Volgende week heb je een toets voor wiskunde. 
Jouw klasgenoot is heel goed in wiskunde. Je wilt met je klasgenoot leren voor de toets wiskunde.  
Je mailt je klasgenoot. Je vraagt aan je klasgenoot of hij met jou wil leren voor de toets wiskunde.

Je krijgt een blaadje. Schrijf de e-mail naar een klasgenoot. 
De docent maakt tweetallen.

Slide 15 - Diapositive

Opdracht
- Geef je e-mail aan de klasgenoot.


- Je leest de e-mail.
- Je schrijft onder de e-mail wat goed is.
- Je schrijft onder de e-mail wat niet goed is.

Slide 16 - Diapositive

Kan jij dit?
  • Ik weet hoe ik een e-mail kan beginnen.
  • Ik weet hoe ik een e-mail kan afsluiten.
  • Ik kan een e-mail schrijven met een goed begin en een goed einde.
  • Ik kan een klasgenoot helpen met zijn e-mail door te vertellen wat goed in de mail is.
  • Ik kan een klasgenoot helpen met zijn e-mail door te vertellen wat niet goed in de mail is.

Slide 17 - Diapositive