stomazorg
1 / 17
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoe vaak moet een zakje van een ileostoma of van een urostoma vervangen worden?
A
1 - 2 keer per dag
B
om het uur
C
2 keer per week
D
om de 4 uur
Slide 2 - Quiz
De huidplaat van een ileo- of urostoma met een tweedelig opvangsysteem vervang je .....
A
eens per 2 weken
B
dagelijks
C
eens per maand
D
2-3 keer per week
Slide 3 - Quiz
Wat betekent het woord stoma?
A
gat
B
opening
C
open
D
darm
Slide 4 - Quiz
Hoeveel procent van de mensen met een stoma is ouder dan 40 jaar?
A
10
B
35
C
50
D
90
Slide 5 - Quiz
Hoeveel (ongeveer) Nederlanders hebben een stoma?
A
1000
B
9000
C
18000
D
38000
Slide 6 - Quiz
Wordt een urostoma WEL of NIET gemaakt van een stuk dikke darm?
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quiz
Wat is belangrijk na verwijdering van de huidplaat?
A
De achterkant controleren
B
De inhoud van het stomazakje controleren
C
de huid inspecteren
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 8 - Quiz
Mensen met een stoma moeten altijd een aangepast dieet volgen
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat moet je doen bij een vurig rode huid rond de stoma?
A
Behandelen met barrièrecrème.
B
Behandelen met vaseline
C
Behandelen met sudocrème
D
Behandelen met zinkoxide
Slide 10 - Quiz
Mensen met een ileostoma verliezen ….. vocht bij hun ontlasting
A
minder
B
meer
C
evenveel
Slide 11 - Quiz
een colostoma is
A
dunne darm stoma
B
dikke darm stoma
C
stoma van urinewegen
Slide 12 - Quiz
Met een stoma mag je gewoon douchen of in bad
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat doe je NIET bij huidirritaties?
A
de huid goed droog föhnen
B
de opening van de huidplaat passend maken
C
barrièrecrème gebruiken
D
de huid reinigen met lauwwarm water
Slide 14 - Quiz
Hoe plak je een nieuwe huidplaat?
A
Met de klok mee
B
Van boven naar beneden
C
Tegen de klok in
D
Van beneden naar boven
Slide 15 - Quiz
Met een ileostoma heeft de zorgvrager vooral een risico op gebrek aan...
A
vitamine B12
B
vitamine B6
C
vitamine A
D
vitamine C
