Eindquiz H. 1 Ruimtefiguren
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Hoeveel platte vlakken heeft een balk?
A
4
B
5
C
6
D
8
Slide 2 - Quiz
Welke ruimtefiguren hebben vlakken die een cirkel zijn?
A
De kegel
B
De balk
C
Het prisma
D
De cilinder
Slide 3 - Quiz
Wat is waar over de kubus?
A
Alle vlakken van de kubus zijn een vierkant.
B
Alle vlakken van de kubus zijn gebogen vlakken.
C
De kubus heeft 6 ribben.
D
De kubus heeft 6 hoekpunten.
Slide 4 - Quiz
Versleep de plaatjes naar de juiste rij
Ruimtelijke figuren (3D)
Platte vakken
(2D)
(2D)
Slide 5 - Question de remorquage
Welke zijde is even
groot als AD?
groot als AD?
A
AB
B
BC
C
CD
Slide 6 - Quiz
Wat kun je zeggen over de vlakken
tegenover elkaar in een balk?
tegenover elkaar in een balk?
Slide 7 - Question ouverte
Hoe noem je de gele lijn?
A
De diameter
B
De middellijn
C
De straal
Slide 8 - Quiz
Hoe noem je
de gestippelde lijn?
de gestippelde lijn?
A
De diameter
B
De middellijn
C
De straal
Slide 9 - Quiz
Hoe heet het punt in
het midden van een cirkel?
het midden van een cirkel?
A
Middelpunt
B
Middenstip
C
Diameterhelft
D
Angela
Slide 10 - Quiz
Welke vorm hebben bijna alle
vlakken in een piramide? Alleen
het grondvlak heeft deze vorm vaak
niet.
vlakken in een piramide? Alleen
het grondvlak heeft deze vorm vaak
niet.
A
Cirkel
B
Rechthoek
C
Driehoek
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je het punt
aan de overkant van het
grondvlak van de piramide?
aan de overkant van het
grondvlak van de piramide?
A
Punt
B
Driehoekpunt
C
Hoogtepunt
D
Top
Slide 12 - Quiz
Welke vorm heeft het
grondvlak van deze
piramide?
grondvlak van deze
piramide?
A
Driehoek
B
Zeshoek
C
Vierkant
D
Achthoek
Slide 13 - Quiz
Welk vlak is het grondvlak
van het prisma hiernaast?
van het prisma hiernaast?
A
ABCD
B
ABFJE
C
FGKJ
D
ADHE
Slide 14 - Quiz
Welke vorm hebben bijna alle vlakken in een prisma? Alleen het grondvlak en één ander vlak hebben deze vorm niet.
A
Cirkel
B
Rechthoek
C
Driehoek
Slide 15 - Quiz
Welke figuren zijn een prisma?
Wel een prisma
Geen prisma
