WOORDEN - OPDRACHTEN - Thema verliefd - DAG 3

• NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Thema 6 Verliefd zijn

Verliefd zijn

het gevoel

• iets wat je voelt 
• het gevoel - de gevoelens
• zin: Ik heb een raar gevoel in mijn buik.
• zin: Ik heb warme gevoelens voor hem.

hard

• heel erg 
• zin: Ik schop hard tegen de bal.
• zin: Hij viel hard op de grond.
• zin: De tafel is hard.

hopen

• wensen dat iets gebeurt 
• heel erg graag willen
• werkwoord
• ik hoop - wij hopen
• zin: Ik hoop dat we weer naar school mogen.

het idee

• een plan
• een gedachte 
• het idee - de ideeën
• zin: Ik heb een goed idee.
• zin: Mijn idee hier over was niet goed.

de jongen

• niet volwassen man
• jonger dan 18
• de jongen - de jongens
• zin: Ik speel graag buiten met de jongens.
• zin: De jongen is grappig.

Hij ............... dat het goed gaat.

3

1. hard
2. hopen
3. hopt
4. hoopt

3

Welke gevoelens heb jij nu?

Maak een goede zin:
Wat vind jij een goed idee?

3

Wat is goed?

3

1. de jongen en het meisje
2. de jongen en de meisje
3. het jongen en het meisje
4. het jongen en de meisje

Wat klopt?

7

1. Ik versiert een jongen.
2. Een jongen versiert haar.
3. Zij versier de jongen.
4. Het jongen versiert haar.