17-05

Welcome!
  •  Stop direct je telefoon in de telefoontas
  • Ga rustig zitten: mensen gaan een toets maken
  • Klik op de link naar deze Lessonup in het huiswerk op magister. 
  • Deze LessonUp ga je zelfstandig en in stilte doorwerken. Maak de opdrachten uit de methode die in de LessonUp staan.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome!
  •  Stop direct je telefoon in de telefoontas
  • Ga rustig zitten: mensen gaan een toets maken
  • Klik op de link naar deze Lessonup in het huiswerk op magister. 
  • Deze LessonUp ga je zelfstandig en in stilte doorwerken. Maak de opdrachten uit de methode die in de LessonUp staan.

Slide 1 - Diapositive

Even herhalen: Weet je nog welke grammatica we vorige week behandeld hebben? Schrijf alles op wat je nog weet!
Vind je het lastig? Klik dan op de extra hulp knop voor een tip.

Slide 2 - Question ouverte

Waar in de zin komt een "adverb of time" te staan?
A
Achteraan
B
Vooraan
C
Vooraan of achteraan
D
In het midden

Slide 3 - Quiz

Waar in de zin komt een "adverb of place" te staan?
A
Achteraan
B
Vooraan
C
Vooraan of achteraan
D
In het midden

Slide 4 - Quiz

Waar komt de adverb of time te staan als er ook een adverb of place in de zin staat?
A
Aan het begin van de zin
B
Voor de adverb of place
C
Achter de adverb of place
D
Aan het begin van de zin of achter de adverb of place

Slide 5 - Quiz

Wanneer komt de adverb of time vooraan de zin te staan?

Slide 6 - Question ouverte

Maakte je nog fouten? Kijk dan dit filmpje met extra uitleg!

Slide 7 - Diapositive

Maakt je geen fouten meer? Bedenk dan 4 zinnen: 1 met alleen een tijdsbepaling, 1 met alleen een plaatsbepaling en 2 met een tijdsbepaling en een plaatsbepaling.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de juiste zin?
A
Peter worked in the garden yesterday
B
Peter worked yesterday in the garden

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste zin?
A
We'll go next year to Thailand
B
We'll go to Thailand next year

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste zin?
A
I met David in Amsterdam for the first time
B
I met David for the first time in Amsterdam

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste zin?
A
My grandmother has lived all her live here
B
My grandmother has lived her all her live

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste zin?
A
They were waiting outside the shop at 8 o'clock
B
They were waiting at 8 o'clock outside the shop

Slide 13 - Quiz

Zet op de juiste volgorde:
went / to / yesterday / swimming-pool / he / the

Slide 14 - Question ouverte

Zet op de juiste volgorde:
are / disco / the / they / going / tomorrow / to / ?

Slide 15 - Question ouverte

Zet op de juiste volgorde:
well / play / on Monday / we / in the match / didn't

Slide 16 - Question ouverte

Controleer of je je huiswerk af hebt!
5.1: 1-4
5.2: 1-12
Nog niet af? Maak dit eerst af voordat je verder gaat!

Slide 17 - Diapositive

Heb je je huiswerk af?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Een nieuw onderwerp!
We slaan 5.3 eerst even over en we gaan eerst de grammatica van 5.4 behandelen.

Slide 19 - Diapositive

Uitleg
  •  Kijk het filmpje en zorg dat je de vragen kan beantwoorden.
  • Wanneer gebruik je de verleden tijd?
  • Hoe maak je de verleden tijd?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Beantwoord de vragen:
1. Wanneer gebruik je de verleden tijd?
2. Hoe maak je de verleden tijd?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is de verleden tijd van de volgende werkwoorden?
1. Walk
2. Play
3. Talk

Slide 23 - Question ouverte

Spellingsregels
  •  Soms verandert de spelling van de woorden. Lees deze regels goed door. 

Slide 24 - Diapositive

Werkwoorden die eindigen op -e
  •  Eindigt een werkwoord op -e zoals live?
  • Dan voeg je alleen een -d toe.
  • Dus: live wordt lived

Slide 25 - Diapositive

Basiskennis: klinkers en medeklinkers
  •  Klinkers: A, E, I, O, U
  • Medeklinkers: alle andere letters. Zoals: B, C, D, F, G, H, J, K, L, M, N, P, Q, R, S, T, V, W, X, Y, Z.

Slide 26 - Diapositive

Werkwoorden die eindigen op een medeklinker en -y
  •  Eindigt een werkwoord op een medeklinker en daarna een -y zoals try?
  • Dan vervang je de -y met een -i in de past simple en zet je er weer -ed achter in de verleden tijd
  • Dus: try wordt tried

Slide 27 - Diapositive

Werkwoorden die eindigen op een klinker en -y
  •  Eindigt een werkwoord op een klinker en -y zoals play?
  • Dan zet je er gewoon -ed achter in de verleden tijd
  • Dus play wordt played

Slide 28 - Diapositive

Werkwoorden die eindigen op een klinker en een medeklinker
  •  Eindigt een werkwoord op een klinker en een medeklinker zoals: Stop of clap?
  • Dan verdubbel je de laatste medeklinker in de verleden tijd
  • Dus stop wordt stopped en clap wordt clapped

Slide 29 - Diapositive

Werkwoorden die eindigen op -L
  •  Eindigt een werkwoord op een -L en heeft het 2 of meer lettergrepen zoals travel en cancel?
  • Dan verdubbel je de L in de verleden tijd
  • Travel wordt dan travelled en cancel wordt dan cancelled

Slide 30 - Diapositive

Oefen de regels in je boek
  •  Maak opdracht 7, 8 en 9 van 5.4
  • Dus niet 5.3 maar 5.4

Slide 31 - Diapositive

Was het nog moeilijk? Oefen dan nog wat extra via de link hieronder.

Slide 32 - Diapositive

Klaar met oefenen?
  •  Leer de woorden en expressions van 5.2, 5.3 en 5.4
  • Dit kun je doen via de woordtrainer in je online boek of via quizlet.

Slide 33 - Diapositive

Huiswerk
Maak de LessonUp af.

Slide 34 - Diapositive