7.4

7.4
Niks aan te doen?
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7.4
Niks aan te doen?

Slide 1 - Diapositive

Neem voor je blz. 95

Slide 2 - Diapositive

Kan taal invloed hebben op schuld en onschuld?
 Stel: je vader stoot in een  museum in Spanje per ongeluk een vaas om. 
Pats, kapot. 

In het Nederlands kun je dan prima zeggen: ‘Hij heeft de vaas gebroken’. 

In het Spaans is het  veel normaler om te zeggen: ‘De vaas is gebroken’. 

Als het een ongeluk is, zeg je in het Spaans niet dat iemand dit heeft gedaan. 

Slide 3 - Diapositive

Gevolg: 

Nederlanders onthouden beter wíé de vaas heeft gebroken, puur omdat ze dat voor hun taal moeten onthouden.  


Spanjaarden onthouden juist minder goed wie de vaas brak, maar onthouden dan weer beter dat het een ongeluk was.

Slide 4 - Diapositive

Bedenk eens wat voor implicaties dit heeft op bijvoorbeeld ooggetuigenverslagen of op straffen en belonen. Het blijkt namelijk dat als je groepen mensen hetzelfde filmpje laat zien van iemand die een vaas breekt, mensen geneigd zijn de dader meer te straffen in het geval er ook daadwerkelijk een schuldige benoemd wordt (Hij heeft de vaas gebroken),  
dan wanneer dit niet actief benoemd wordt (De vaas is gebroken). Dit heeft natuurlijk allemaal consequenties. 

Mensen die andere talen spreken, focussen op verschillende dingen, afhankelijk van wat vereist is voor hun taal. 

Taal stuurt dus onze redenatie.

Slide 5 - Diapositive

Nederlanders nemen eerder iemand iets persoonlijk kwalijk dan Spanjaarden.


Dus:

Wat een geluk dat je vader de vaas in een museum in Spanje omgestoten heeft!

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat het verschil tussen het Spaanse en het Nederlandse taalgebruik in het benoemen van de veroorzaker bij een ongeluk te maken heeft met de vraag: Niets aan te doen?

Slide 7 - Question ouverte

Welke cultureel bepaalde taaluiting spreekt jou meer aan:
de Spaanse die de nadruk legt op het ongeluk, of de Nederlandse die de nadruk legt op de dader?

Slide 8 - Sondage

Wat is een schuld?
‘schuld’ dat je jezelf of een ander iets verplicht bent

Slide 9 - Diapositive

Wat is een schuldgevoel?

Slide 10 - Question ouverte

Kan een schuldgevoel een nut hebben? Wat dan bijvoorbeeld?

Slide 11 - Question ouverte

Lees de tekst en beantwoord de vragen 98 en 100 na elkaar in de LessonUp

Slide 12 - Diapositive

Maak jij je zorgen over het klimaat in
Nederland of in de wereld? Waarom
wel of niet?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe zou de mens volgens jou met de
aarde moeten omgaan om rampen te
voorkomen?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Wat denk jij? Heeft de mens alles zelf in de hand? Leg uit.

Slide 16 - Question ouverte

Wat denk jij; moeten mensen bijdragen aan het welzijn van iedereen op aarde? Leg uit.

Slide 17 - Question ouverte

Wat denk jij, is ieder mens verantwoordelijk voor het behoud van de aarde? Leg uit.

Slide 18 - Question ouverte

Lees de tekst op blz. 101
Beschrijf in je schrift wat fatalisme is en wat idealisme is. Beschrijf in 50 woorden wat jij bent. 
Leg dit met twee voorbeelden uit.
Een combinatie mag prima

Slide 19 - Diapositive

Wat is fatalisme?

Slide 20 - Question ouverte

Welk gevolg verbindt de bron in het boek aan het fatalisme?

Slide 21 - Question ouverte

Welke persoonlijke houding stelt de bron in het boek tegenover de fatalistische levenshouding?

Slide 22 - Question ouverte

Welk begrippenpaar wordt hier dus tegenover elkaar gezet?

Slide 23 - Question ouverte

Ben jij meer een fatalist of een idealist? Hoe ligt die verhouding bij jou? Laat het zien door 2 voorbeelden van jouw gedrag te beschrijven.

Slide 24 - Question ouverte

Deo Volente
Vul in deze cel in je schema onderaan in het kort in wat op blz. 99 staat: 
"Christenen geloven, dat je plannen alleen uitkomen als God je daar de
gelegenheid voor geeft".
 

Slide 25 - Diapositive

Insh‘Allah
Noteer onderaan in deze cel wat in het kader "Insh‘Allah" staat, namelijk, dat moslims geloven, dat je een vrije wil hebt en dat je zelf verantwoordelijk bent voor de gevolgen van je keuzes. Maar uiteindelijk bepaalt God hoe het leven loopt. Daarom zeggen zij "Als God het wil' als zij vertellen wat zij van plan zijn te doen.

Slide 26 - Diapositive