WOI havo 3

WOI havo 3
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

WOI havo 3

Slide 1 - Diapositive

Idee dat het leven steeds beter wordt.
Verheerlijking van alles wat met het leger te maken heeft.
Actie om etnische groepen in een gebied in aantal te verminderen
Radicalen socialist, aanhanger van Lenin
Recht van een volk om zelf te bepalen bij welke staat zijn gebied hoort en hoe deze staat bestuurd wordt.
Etnische zuivering
Vooruitgangsgeloof
Militairisme 
Communist
Zelfbeschikkingsrecht

Slide 2 - Question de remorquage

Leg in eigen woorden uit wat Belle Époque betekent

Slide 3 - Question ouverte

Noem de vier kenmerken van Belle Époque

Slide 4 - Question ouverte

In het schilderij wordt een verband gelegd tussen twee historische feiten. Leg dit met drie beeldelementen uit. Schilderij van Charles de Coubertin (1896)

Slide 5 - Question ouverte



Leg uit dat deze uitspraak representatief is voor militairisme: Zou het einde van oorlogvoeren niet het einde van de mensheid betekenen? Oorlog is het leven zelf. Niets bestaat in de natuur, wordt geboren, groeit of vermeerdert zich behalve door strijd. Wij moeten eten en gegeten worden opdat de wereld leeft. Het zijn alleen de naties die strijd voeren die bloeien: een natie sterft zodra het de wapens neerlegt. Oorlog is de leerschool voor discipline, opoffering en moed.


Slide 6 - Question ouverte

Verenigde Staten
Rusland
Ottomaanse Rijk
Oostenrijk-Hongarije
Italië
Groot-Brittanië
Frankrijk
Duitsland
België
Geallieerden
Centralen

Slide 7 - Question de remorquage

De Eerste Wereldoorlog duurde langer dan was verwacht. Leg dit uit met het begrip loopgraven in je antwoord.

Slide 8 - Question ouverte

Wat was de aanleiding voor het ontstaan van de Eerste Wereldoorlog?
A
Nationalisme
B
Bondgenootschappen
C
Militairisme
D
Moord op Frans Ferdinand

Slide 9 - Quiz


A
Communisme
B
Nazisme
C
Nationalisme
D
Socialisme

Slide 10 - Quiz

Welke landen hoorden bij de Sovjet-Unie in 1922?
A
Finland
B
Polen
C
Georgië
D
Oekraïne

Slide 11 - Quiz

Het bestuur in Rusland veranderde in de jaren 1905-1922 in vier stappen. Wat is de juiste tijdsvolgorde
A: In 1917 trad te tsaar af. Rusland werd een Republiek
B: Oprichting van de Sovjet Unie door de communisten
C: Tsaar stelt een parlement in (doema)
D: Communisten grijpen de macht en maken van Rusland eenpartijstaat
A
C-A-B-D
B
C-A-D-B
C
A-C-B-D
D
D-B-A-C

Slide 12 - Quiz

Kies de letter(s) van de juiste uitspraak/uitspraken. Par. 1.3 gaat over de het communistisch politiek systeem in Rusland. Het verhaal van de moord op de tsaar past hier goed bij, want:
A
de communisten hadden de moord op de tsaar zelf bevolen.
B
de communisten wilden niet dat de tsaar een symbool van verzet tegen hen zou worden.
C
de tsaar verzette zich tegen het bewind van de communisten.
D
de tsaar was bij de Februarirevolutie afgetreden.

Slide 13 - Quiz

'Arbeidersvrouwen, gebruik uw wapens' (Russische affiche, 1918) Deze affiche heeft betrekking op de Russische Burgeroorlog. Leg met twee bronelementen uit of de affiche propaganda was voor de bolsjewieken of voor hun tegenstanders.

Slide 14 - Question ouverte

De Duitse legerleiding maakt een plan om Frankrijk en Rusland te verslaan.
De Grote Oorlog eindigt.
Het Verdrag van Versailles wordt getekend. 
In het Midden-Oosten worden Arabische gebieden Britse en Franse mandaatgebieden
De Grote Oorlog begint
Rusland verliest de oorlog van Duitsland.
1
2
3
4
5
6

Slide 15 - Question de remorquage

'God straffe Engeland' (Duitse postzegel, 1915)
Leg de boodschap van de postzegel uit.

Slide 16 - Question ouverte