Verhoudingen verhoudingstabel BBL

Verhoudingen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verhoudingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

de planning juni

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • Je weet wat verhoudingen zijn.
  • Je kan verhoudingstabellen maken.
  • Je kan rekenen met verhoudingen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verhoudingen
Je komt verhoudingen  ook veel tegen bij het koken, in recepten

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig.

Dit is een verhouding tussen het aantal personen en het aantal
gram noedels. Met deze verhouding kan je uitrekenen hoeveel
noedels je nodig hebt voor verschillende aantallen personen.
                                                                

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van verhoudingen
De auto rijdt 1 op 18.   Dat betekent: met 1 liter brandstof rijdt de auto 18 kilometer
met 3 liter brandstof kan de auto dus ook 3 x zo ver rijden: 3 x 18 = 54 kilometer

In het filmpje zag je ook: verhouding tussen gewicht en prijs. Vaak wordt de prijs per 100 gram of per kilo gegeven. Wil je dan bijvoorbeeld 400 gram kopen, dan moet je uitrekenen wat dat kost.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijvoorbeeld
Je kookt voor 6 personen, hoeveel gram noedels heb je nodig?


Eerst reken je het aantal personen om naar 1, vervolgens naar 6.

Slide 7 - Diapositive

Je kan ook het aantal personen omrekenen naar 2, dan vermenigvuldig je daarna met 3 in plaats van 6.

Je kan ook in een keer vermenigvuldigen met 1,5.
Een verhoudingstabel is een bijzondere tabel.

De bovenkant van de tabel heeft steeds te maken met de onderkant van de tabel. 

De bovenkant van de tabel x6 
dan ook !!!
de onderkant van de tabel x6

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit met een verhoudingstabel:

1 kilo appels kost € 1,70. Hoeveel kost 2,5 kilo?
A
€ 4,25
B
€ 4,10

Slide 9 - Quiz

Je kan het getal direct vermenigvuldigen met 2,5. Je kan het ook eerst vermenigvuldigen met 2, dan apart vermenigvuldigen met 0,5 (delen door 2), en deze antwoorden bij elkaar optellen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
A = 10 km, B = 20 km, C = 40 km
B
A = 20 km, B = 40 km, C = 60 km
C
A = 10 km, B = 20 km, C = 30 km
D
A = 20 km, B = 35 km, C = 50 km.

Slide 11 - Quiz

Dit is een verhouding tussen tijd en afstand.
Alles wat je met de bovenste rij doet, doe je ook met de onderste rij. Een half uur is 2 keer zo lang als een kwartier. Een uur is 2 keer zo lang als een half uur. En anderhalf uur is 3 keer zo lang als een half uur.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit met een verhoudingstabel:

Een oude auto gebruikt 60 liter diesel om 600 kilometer af te leggen. Hoeveel kilometer rijdt deze auto met 1 liter diesel?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Kort: verhoudingen met een totaal (H 7). Alleen  doorkijken
Soms wordt een verhouding ook gegeven als deel van een totaal. Bijvoorbeeld in een klas van 20 zitten 5 jongens en 15 meisjes.
De verhouding jongens op het totaal is 5 op de 20 = 1 op de 4 (1:4)

De verhouding jongens op het aantal meisjes is 5 op de 15 = 1 op de 3 (1 : 3) 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kleinste verhouding
witte kralen : zwarte kralen?
A
4 : 2
B
2 : 4
C
1 : 2
D
2 : 1

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Veerle gebruikt voor een ketting 30 zwarte kralen.
Hoeveel witte kralen heeft zij nodig?

A
35
B
20
C
45
D
15

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
66
B
60
C
3
D
63

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

: 21                          x 20

Dus in 20 minuten 60 auto's
tijd( min.)
21 
20
aantal auto's
63
3
60

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6 appels kosten in
de winkel € 2,10

Hoeveel kosten 5 appels?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5 appels kosten  €1,75
appels
6
1
5
prijs
2,10
2,10: 6 = 0, 35
5x 0,35= 1,75

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe goed begrijp je de verhoudingsopgaven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions