NK, Kapitel 1, les 1, week 37

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1,2

Willkommen, heute ist Donnerstag

der 14. September 2023

Lernziel(e)

1. Weet jij welke 5 kenmerken de Duitse taal heeft.

2. Kun de woorden uit de Lernliste Niederländisch - Deutsch in            opdrachten invullen. 

Programma:

Deel 1:

* Korte herhaling van onze afspraken.
* Welke 5 kenmerken kent de Duitse taal?
* Ga je zelfstandig aan het werk

Deel 2:

* oefening leesvaardigheid (deels zelfstandig)

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Ken je onze afspraken nog?

HUISWERK nakijken

1. Maak in de online methode van Kapitel 1, A Sehen

    Aufg. 1, 2 en 3

2. Schrijf dan de woorden van Kapitel 1, S.26

     Nederlands - Duits in je schrift!

Wie weet wat in de Duitse taal anders is als bij de Nederlandse?

1. 

Das Eszet / Ringel s   

2. 

Zelfstandige naamwoorden

 schrijf je met een hoofdletter

3. 

Het Duits heeft 3 lidwoorden

4.

In het Duits krijg je vier naamvallen

5.

In het Duits gebruiken ze een Umlaut

Deze zorgt voor een klankverandering

bv: der Bruder  - die Brüder

Alleen te vinden op klinkers in 

het woord :     AUTO

An die Arbeit 

1. Maak in je BOEK van Kapitel 1, B Wortschatz

    Aufg. 4, 5, 6 und 7a

2. Schrijf dan de woorden van hoofdstuk 1

    Duits- Nederlands in je schrift!

Terug om 10 uur in het lokaal

Deel 2

Pak de tekst op S. 17

1. Maak in je BOEK van Kapitel 1, B Wortschatz ->

    Aufg. 4, 5, 6 und 7a

2. Schrijf dan de woorden van Kapitel 1, Duits- Nederlands in je      schrift!

3. Maak in je BOEK van Kapitel 1, C Lesen ->    Aufg. 8 + 9

 

Nu gaan we zelfstandig werken!

Hausaufgaben

1. Maak in je BOEK van Kapitel 1, B Wortschatz ->

    Aufg. 4, 5, 6 und 7a

2. Schrijf dan de woorden van Kapitel 1, Duits- Nederlands in je         schrift!

3. Maak in je BOEK van Kapitel 1, C Lesen -> Aufg. 8 + 9

4. Oefen met slim stampen

Kijk nu terug naar de lesdoelen:

1. Weet jij welke 5 kenmerken de Duitse taal heeft.

2. Kun de woorden uit de Lernliste Niederländisch - Deutsch in opdrachten invullen. 

Hausaufgaben für nächste Woche, Kapitel 3

1.  Leren: werkwoorden haben / sein

                    zwakke werkwoorden tegenwoordige tijd

                    leren Wörterliste A, S. 41

2. Maken van Kap. 3:  

     3.3 t/m 3.6, 4.3,  5.2, 6.4, 8.2 , 19.4