Blok 2

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Blok 2

Grammatica

Spelling

Over taal

Lezen

Grammatica

Persoonsvorm: Tijdsproef

Werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden in de zin

Onderwerp: Wie/wat doet iets

Lijdend voorwerp: Kneusje van de zin. Waar gebeurt iets mee?

Wat is de persoonsvorm?

Jan at gisteren een stuk appeltaart.

1. At
2. Gisteren
3. Jan
4. een stuk appeltaart

Benoem de zinsdelen:
Marie-Antoinette maakt haar 's ochtends op.

Wat is het lijdend voorwerp?
Harold neemt zijn laptop mee naar school.

Spelling

't ex-kofschip: bij klankvaste werkwoorden                                      

Laatste letter stam in 't ex-kofschip: + t(e(n))                                       

Dat heb ik nog niet aan mijn docent gevraag_______

1. D
2. T

Wij hebben samen gedans__

1. D
2. T

Ik werk__ vroeger in de horeca

1. de
2. te

Dorp + kerk

beren + goed

klas + hoofd

Zon + bril

Fiets + band

welke kenmerken van een aansporende tekst zie je?

Welke kenmerken zie je?

Aan de slag!

Maken learnbeat 2.4 + 2.5 

Nakijken 2.2 t/m 2.5