BSM VWO 5

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedbingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Quizvragen 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BEGINSITUATIE -------LESDOEL
I
I
LESSTOF
I
I
EVALUATIE
A
Hoe ziet een didactische model voor lesgeven uit?
B
Hoe geef je aan wat de bedoeling is van het materiaal?
C
Wat is een taakdefinitie?
D
Voor het bereiden van een les schrijf je alles op een?

Slide 5 - Quiz

Een baby wordt geboren met zo'n 350 botten, volwassenen hebben ongeveer 206 botten. 
De doelstelling moet haalbaar zijn.
Leerlingen moeten met een goede uitleg in staat zijn om het te kunnen.
A
Wat betekent meetbaar?
B
Wat betekent tijdgebonden?
C
Wat betekent specifiek?
D
Wat betekent Realistisch?

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is LVF
A
Hoe je begint en eindigt de les
B
3 Didactische werkvormen
C
Lesvoorbereidingsformulier
D
Zijn lesdoelen die je wil behalen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om welke accommodatie je tot je beschikking hebt, wat de grootte en de ligging van de accommodatie is een wat de daar aanwezige materialen zijn.
A
Wat verstaan wij onder non-verbale communicatie?
B
Waar gaat het om bij persoonlijke beginsituatie?
C
Waar gaat het om bij materiële beginsituatie?
D
Wat staat op een inventarisatielijst?

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-je stemgebruik (articuleer je goed en praat je duidelijk)
-je fluency (praat je zonder aarzelingen)
-je enthousiasme → Wat verstaan we onder verbaal contact?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie moet wat doen om het doel te bereiken?
Bijvoorbeeld; 75% van de leerlingen moet het kunnen → Wat betekent acceptabel of aanwijsbaar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

-wat ga ik doen? Aan mij opgelegd, zelf bepalen of in overleg?
-wat wil ik de leerlingen leren? Maw wat is het doel van de les?
-wat zijn mijn persoonlijke aandachtspunten bij lesgeven? Wat wil jij als lesgever leren? → Op welke aandachtspunten moet je letten als je les geeft aan een groep?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sportpsychologie

Slide 12 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is sportpsychologie?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet een sportpsycholoog?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer naar een sportpsycholoog?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Factoren die medebepalend zijn in prestaties zijn:

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Flow?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 tips uit de sportpsychologie

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb jullie nog vragen?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions