3.7 Grammatica - woordsoorten

Talent 3 kader Paragraaf 3.7
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Talent 3 kader Paragraaf 3.7

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
In deze paragraaf leer je:
- welke woordsoorten er zijn
- woordsoorten benoemen
- het bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

Welke woordsoorten ken je nog?

Slide 3 - Carte mentale

Even een korte herhaling...

Deze woordsoorten hebben we tot nu toe geleerd:
Lidwoord - Zelfstandig naamwoord - Bijvoeglijk naamwoord - Werkwoord - Voorzetsel - Telwoord 

Slide 4 - Diapositive

Welk ezelsbruggetje kun je gebruiken voor de zelfstandige naamwoorden?
A
WADIWEDI
B
FADIPLADI
C
MEDIPLADI
D
OWIDADI

Slide 5 - Quiz

Hij geeft zijn kleine hond twee botten op de grond.
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Telwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Question de remorquage

PERSOONLIJK VOORNAAMWOORD - PVW
Een persoonlijk voornaamwoord is onderdeel van het taalkundig ontleden (woordsoorten benoemen). Het verwijst direct naar een mens, dier of voorwerp. Het persoonlijk voornaamwoord staat op de plaats van het zelfstandige naamwoord dat het vervangt.

Peter fietst naar school. Hij fietst naar school.

Slide 7 - Diapositive

BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD - BVW
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie of wat iets is. 

Dat is mijn fiets.
Het is niet zijn schuld.
Zij heeft haar hoofd gestoten. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Terug naar de zin...
Kun je de zin nu verder aanvullen met het persoonlijk voornaamwoord en het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 10 - Diapositive

Hij geeft zijn kleine hond twee botten op de grond.
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Telwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Bijvoeglijk naamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Question de remorquage

Aan het werk
Paragraaf 3.7 - grammatica
maken opdracht 1 t/m 7

Slide 12 - Diapositive

Woordsoorten

Slide 13 - Carte mentale