Werkwoordsvormen herhaling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Werkwoordsvormen

 

Je leert hoe je werkwoordsvormen herkent in een zin

Werkwoordsvormen:

- tijd van de zin (ott, ovt, vtt enz. )

- soorten werkwoordsvormen (infinitief, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord)

- bedrijvende en lijdende vorm

- de 'wijs' (aantonende, gebiedende)

Vandaag

- huiswerk bespreken/nakijken

- herhalingsquiz

a. In verband met de sneeuw is er voor morgen code rood afgegeven door het KNMI

b. In 1988 is het EK voetbal voor het eerst in het laatst gewonnen door het Nederlands elftal. 

Kijk in stilte je huiswerk na. 

'Ik had mijn huiswerk al gemaakt.'
In welke tijd staat de zin?

1. onvoltooid tegenwoordige tijd
2. onvoltooid verleden tijd
3. voltooid tegenwoordige tijd
4. voltooid verleden tijd

'Ik heb een boek geschreven.'
In welke tijd staat de zin?

1. onvoltooid tegenwoordige tijd
2. onvoltooid verleden tijd
3. voltooid tegenwoordige tijd
4. voltooid verleden tijd

'Ik rende naar huis.'
In welke tijd staat de zin?

1. onvoltooid tegenwoordige tijd
2. onvoltooid verleden tijd
3. voltooid tegenwoordige tijd
4. voltooid verleden tijd

'Ik zal even kijken'
In welke tijd staat de zin?

1. onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
2. onvoltooid verleden toekomende tijd
3. voltooid tegenwoordige toekomende tijd
4. voltooid verleden toekomende tijd

'Ik zou het hebben gevraagd'
In welke tijd staat de zin?

1. onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd
2. onvoltooid verleden toekomende tijd
3. voltooid tegenwoordige toekomende tijd
4. voltooid verleden toekomende tijd

'Hij ging lachend naar huis'
Welke werkwoordsvorm heeft 'lachend'?

1. infinitief
2. voltooid deelwoord
3. onvoltooid deelwoord

'Ik wil graag voetballen'
Welke werkwoordsvorm heeft 'voetballen'?

1. infinitief
2. voltooid deelwoord
3. onvoltooid deelwoord

'De rekensom wordt nu uitgelegd'. Dit is de:

1. Bedrijvende vorm
2. Lijdende vorm

'Hanno is nog net op tijd gered'. Dit is de:

1. Bedrijvende vorm
2. Lijdende vorm

'Ga bij de rotonde naar links'. Dit is de:

1. Aantonende wijs
2. Gebiedende wijs

'Vraag je morgen wat het huiswerk is?' Dit is de:

1. Aantonende wijs
2. Gebiedende wijs

Maak opdracht 8 en 9 (blz. 33)

Je mag fluisterend overleggen

Werkwoordsvormen:

- tijd van de zin (ott, ovt, vtt enz. )

- soorten werkwoordsvormen (infinitief, voltooid deelwoord, onvoltooid deelwoord)

- bedrijvende en lijdende vorm

- de 'wijs' (aantonende, gebiedende)