Woordenschat les 3 (en uitleg boekopdracht 2)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom 4V

Nederlands - woordenschat

Deze les:

• toelichting boekopdracht
• Woordenschat (§2 Latijnse en Griekse woorden, woorddelen en uitdrukkingen)

Eilandles

- Woordenschat §1
- Nieuw leesboek
  kiezen 

lesuitval door mondelingen/
Lezen in jullie leesboek

deze les

lesuitval door jullie toetsweek

Eilandles

- Woordenschat §1
- Nieuw leesboek
  kiezen 

lesuitval door mondelingen/
Lezen in jullie leesboek

deze les

lesuitval door jullie toetsweek

Eilandles

     

Aan het eind v/d les:

• Weten jullie uit welke boekopdrachten je kunt kiezen.
• Kunnen jullie Griekse en Latijnse woorden en woorddelen in het Nederlands herkennen en kennen jullie de betekenis van de woorddelen.

- Woordenschat §1
- Nieuw leesboek
  kiezen 

lesuitval door mondelingen/
Lezen in jullie leesboek

deze les

lesuitval door jullie toetsweek

Boekopdracht leesboek #2             - zie opdracht op papier -
Keuzeopdracht in tweetal of drietal         deadline 18 april

Optie 1: de schrijver op de sofa

                                                             

                                                                           Optie 2: het betere boek

Boekopdracht leesboek #2             - zie opdracht op papier -
Keuzeopdracht in tweetal of drietal         deadline 18 april

Optie 1: de schrijver op de sofa

                                                             

                                                                           Optie 2: het betere boek

Aandachtspunten:

• Beide zijn schrijfopdrachten
• verdiep je in de schrijver
• praat met elkaar over de verschillende boeken 
• gebruik je lesboek als naslagwerk voor de theorie
  (H. 6 Literatuur)

Boekopdracht leesboek #2             - zie opdracht op papier -
Keuzeopdracht in tweetal of drietal         deadline 18 april

Staan alle titels / groepjes nu in teams?

Verder met woordenschat

Verder met woordenschat: invloed van Latijn en Grieks
Woord(delen) / voorvoegsels / uitdrukkingen

Verder met woordenschat: §2 Latijnse en Griekse woorden, woorddelen en uitdrukkingen

Pak je laptop en ga naar de online planning 'woordenschat Griekse en Latijnse woorden les 1' en open het eerste onderdeel. Je ziet een groen schema met woorddelen en hun betekenis.

Oefening: gebruik het schema om de betekenis van de verschillende woorddelen te achterhalen. Schrijf de vijf betekenissen even op papier.
(Klaar? Bedenk een ander woord met elk van de woorddelen.)

1. Onze rechtstaat is gestoeld op democratische grondbeginselen.
2. De sterrenkundige tuurde als klein jongetje al vanaf zijn zolderkamer door een telescoop naar de sterren.
3.  Vroeger publiceerden veel vrouwelijke schrijvers onder een pseudoniem.
4. De bouw van de toren van Babel is een bekend megalomaan project uit de Bijbelse geschiedenis.
5. Er kwam een anoniem telefoontje binnen bij de meldkamer.

Woordenschat: §2 Latijnse en Griekse woorden, woorddelen en uitdrukkingen

• Woorden / Woorddelen                      (fysiotherapie)
• Voorvoegsels                                     (asymmetrisch, prehistorie)
• Uitdrukkingen                                     (in optima forma)

Nu aan de slag:
1. maak de planning verder af (opdr. 3-6)

2. klaar? Ga in de methode naar cursus 8 §2 en klik op trainen. Ga oefenen met trainer 1. Eind van de les een miniquiz.

Woordenschat: §2 Latijnse en Griekse woorden, woorddelen en uitdrukkingen

• Woorden / Woorddelen                      (fysiotherapie)
• Voorvoegsels                                     (asymmetrisch, prehistorie)
• Uitdrukkingen                                     (in optima forma)

Nu aan de slag:
1. maak de planning verder af (opdr. 3-6)

2. klaar? Ga in de methode naar cursus 8 §2 en klik op trainen. Ga oefenen met trainer 1. Eind van de les een miniquiz.

Bibliomanie is een angst voor boeken.

1. juist
2. onjuist

Een autobiografie is wanneer iemand het levensverhaal van een ander vertelt.

1. juist
2. onjuist

Een xenofobie is een angst voor vreemdelingen.

1. juist
2. onjuist

Monosyllabische woorden hebben meerdere lettergrepen.

1. juist
2. onjuist

postkoloniale kunst komt uit de periode ná het kolonialisme.

1. juist
2. onjuist

Heel veel succes met jullie toetsweek!

Vergeet niet verder te lezen in je leesboek.