HC BR 1.2.2

   Welkom!
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

   Welkom!

Slide 1 - Diapositive

Herhaling HC LL 1.2
Welk-woord-weg
1) bania's  - East India Company - factorijen - vestigingskolonie
2) handelsmonopolie op gebied - handelsmonopolie op product - oorlog voeren - verdragen sluiten
3) Bengalen - Mogolvorst afgetreden - recht op belastinginning - Verdrag van Allahabad
4) bevolkingsgroei - statussymbool - wereldeconomie - zachter en prettiger om kleding van te maken
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Programma
  • Herhaling 1.2.1
  • HC 1.2 leerdoel 5
  • Opdracht leerdoelen 6-7
  • HC 1.2 leerdoel 8
  • Weektaak
  • Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

1.2 India als trots van het Britse Rijk

25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.
29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel.
31. De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.
33. De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie.
34. De opkomst van emancipatiebewegingen.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoelen 1.2
Leidende vraag: Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie 
binnen het Britse Rijk (1765-1885)?
5. Ik kan verklaren waarom in 1857 de Grote Indiase Opstand tegen het Britse gezag uitbrak en Ik kan benoemen welke gevolgen deze opstand kreeg.
6. Ik kan het verband tussen de industriële revolutie in Groot-Brittannië en de opkomst van het modern imperialisme in India uitleggen.
7. Ik kan het belang van de opening van het Suezkanaal voor de Britse handel uitleggen.
8. Ik kan de motieven voor de oprichting van het Indian National Congress noemen.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

1.2 Grote Indiase Opstand (1857)
Na Allahabad begin Britse rijk in India
  • EIC breidt gezag uit over bijna geheel India.
  • Vorsten sluiten contracten en behouden troon, maar verliezen zelfstandigheid.
  • EIC regeert namens de Mogol.
  • Mogol zetelt in Delhi en staat onder toezicht.



Slide 7 - Diapositive

1.2 Grote Indiase Opstand (1857)
19e eeuw maakten Britten steeds vaker bezwaar tegen Indiase cultuur:

  • Westerse, Britse normen leidend
  • rituelen hindoeïsme en islam
  • culturele gebruiken (weduweverbranding)

Opkomst Indiase middenklasse die werkte voor EIC of als bania.




Slide 8 - Diapositive

1.2 Grote Indiase Opstand (1857)
Aanleiding: 
Geweerkogels Indische soldaten ingesmeerd met varkens- (onrein volgens islam) of rundervet (heilig volgens hindoeïsme).

Verloop:
  • Mogol kiest kant opstandelingen.
  • Delhi ingenomen door opstandelingen en Britten vermoord.

Slide 9 - Diapositive

1.2 Grote Indiase Opstand (1857)
Afloop:
1858 Britten slaan opstand neer.

Gevolgen:
  • Einde aan de Mogol-dynastie.
  • Brits-Indië komt onder direct gezag van Britse regering i.p.v. EIC.
  • Britse onderkoning (viceroy) aangesteld.
  • 1876 Britse koningin Victoria keizerin van Brits-Indië

Slide 10 - Diapositive

1.2 Opdracht
Herhaling TV8: Motieven die een rol speelden bij het opkomen (Azië) en uitbreiden (Afrika) 
van het modern imperialisme.
  • Nationalisme, een groot koloniaal rijk ter meerdere eer en glorie van het trotse moederland.
  • Europese superioriteit en de daarbij horende plicht ‘inferieure volkeren op te voeden’.
  • Het vinden van grondstoffen en afzetmarkten.

Opdracht
- Lees 'India wordt grondstoffenleverancier én afzetmarkt' p224-225
- Leg uit wat het verband is tussen industriële revolutie en de opkomst van het modern imperialisme in India.
- Lees 'Treinen en Suezkanaal' p225-226
- Leg uit wat het belang was van de opening van het Suezkanaal voor de Britse handel.



timer
10:00

Slide 11 - Diapositive

1.2 Opdracht
  1. Het verband is dat door de industriële revolutie Groot-Brittannië zelf goedkoper eindproducten kon produceren en dat door bevolkingsgroei de behoefte aan katoen sterk toenam. India zou de grondstoffen (katoen) voor de Britse industrie leveren en vervolgens dienen als afzetmarkt. Door India zelf te besturen konden de Britten de economie beheersen.
  2. Door de opening van het Suezkanaal verliep het vervoer van grondstoffen en eindproducten van en naar India sneller.




Slide 12 - Diapositive

1.2 Transport
19e eeuw aanleg spoorwegen om grondstoffen en eindproducten sneller te vervoeren.

1869 Suezkanaal geopend.

Slide 13 - Diapositive

1.2 Indiërs willen deelnemen aan bestuur
Brits nationalisme:
  • Britse nationalisten vinden dat ze recht hebben op wereldrijk,
  • Sterk superioriteitsgevoel,
  • Wereld moet beschaafd worden naar Brits model,
> Taal, onderwijs, rechtssysteem ingevoerd in Brits-Indië,
> Onderwijs gericht op elite, massa blijft analfabeet.




Slide 14 - Diapositive

1.2 Indiërs willen deelnemen aan bestuur
Indisch nationalisme:
  • Indiase studenten studeren ook in Groot-Brittannië.
  • Weinig inheemse ambtenaren toegelaten in Brits-Indië.
  • Indian National Congress (1885) (=Congrespartij).
  • Congrespartij wordt radicaler doordat Britten INC als bedreiging zagen.



Slide 15 - Diapositive

1.2 Aan de slag
- Wat? 1.2 opdr. 4-12 
- Hoe? Alleen in stilte.
- Hulp? Docent (na 5 min.)
- Klaar? Werk leerdoelen uit, maak samenvatting, mindmap of leer begrippen en jaartallen



timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Leerdoelen 1.2
Leidende vraag: Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie 
binnen het Britse Rijk (1765-1885)?
5. Ik kan verklaren waarom in 1857 de Grote Indiase Opstand tegen het Britse gezag uitbrak en Ik kan benoemen welke gevolgen deze opstand kreeg.
6. Ik kan het verband tussen de industriële revolutie in Groot-Brittannië en de opkomst van het modern imperialisme in India uitleggen.
7. Ik kan het belang van de opening van het Suezkanaal voor de Britse handel uitleggen.
8. Ik kan de motieven voor de oprichting van het Indian National Congress noemen.

Slide 17 - Diapositive